Liefdevolle roeken
Een zwarte kraai wandelt over het fietspad door de witte weilanden. Hij is alleen. In het weiland zitten wel roeken. Roeken zijn kraaiachtigen die ook zwart zijn en ongeveer even groot als zwarte kraaien. Vergeleken met zwarte kraaien zijn roeken echte gezelligheidsdieren.
Als kraaiachtigen zijn roeken gehaat en veel bejaagd, al zijn ze tegenwoordig officieel beschermd. In het Engels betekent rook zelfs dief. Net als zwarte kraaien worden dode of levende roeken aan hun poten opgehangen om soortgenoten angst aan te jagen. Misschien hopen de vogelbestrijders zo ook wel boze geesten te verdrijven.
Roeken lusten veel, maar vooral wormen, larven, zaden en noten. Daarom worden er nogal wat ontheffingen verleend van hun beschermde status, want bescherming van dieren mag in Nederland niet ten koste gaan van agrarische opbrengsten.
Ik heb een keer roeken in mijn stadstuin gezien en ik vermoed dat ze er vaker zijn, want als ik walnoten neerleg, zijn die na een dag ineens weg. Roeken zijn gek op walnoten. Ze gooien de basten stuk op een stenen ondergrond en daarom kun je op een parkeerterrein soms notendoppen vinden, ver van de dichtstbijzijnde notenboom.
Achter de wandelende zwarte kraai stappen twee roeken door het witberijpte gras. Ze hebben een kaal, grijs begin van hun snavel en een duidelijk, recht voorhoofd. Van kraaien gaat het voorhoofd schuin over in de snavel, bij roeken niet. Roeken lopen meer rechtop dan de kraai, alsof ze minder te verbergen hebben. Hun poten zijn dichter bevederd dan kraaienpoten, en dat zal hen wel van pas komen in het ijzige gras.
Roeken nestelen in kolonies en beginnen daar vroeg mee; deze twee zijn nu al op vrijersvoeten. Ze lopen op elkaar af , klemmen elkaars snavels in elkaar en bewegen hun koppen gezamenlijk op en neer. Duiven doen dan ook weleens. Waarschijnlijke geven de roeken elkaar iets te eten, maar het ziet eruit als een hartstochtelijke zoen. Wie wil zulke liefdevolle vogels nou bestrijden?
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 20 jan. 2017)