Laatbloeiers
Zolang het niet vriest blijven nog heel wat soorten planten bloeien. Iedere herfst krijg ik er lezersvragen over, met de suggestie dat de late bloei aan klimaatverandering ligt. En naarmate de vorst conform de klimaattrend langer op zich laat wachten, bloeien sommige planten langer door. Veel bloemen die nu nog bloeien, staan te boek als bloeiend tot september.
Dat veel bloemsoorten nog bloeien, betekent nog niet dat ze bossen bloemen vormen. De meeste zomerbloeiers zijn ver over hun piek en bloeien hier en daar nog met een halfslachtige bloem, en sommige lentebloeiers krijgen nog even een kleine opleving, een stuiptrekking voor de winter begint.
Maar er zijn ook planten die het gewoon lang volhouden: bezemkruiskruid bijvoorbeeld, en witte dovenetel. Witte dovenetels houden van verstoorde, vervuilde bermen, bosranden en zelfs (illegale) vuilstortplaatsen en zijn dan ook zeer algemeen in ons land. Op de verspreidingskaart van Floron zijn bijna geen witte blokjes te vinden.
De witte dovenetelbloemen vormen kransen in etages, gescheiden door bladeren. Die bladeren lijken op brandnetelbladeren, maar zijn niet branderig of prikkelbaar. Integendeel, het sap van dovenetels zou juist het vuur van brandnetels moeten kunnen doven, net als het sap van weegbree.
De lipbloemen van witte dovenetels zijn sierlijk gevormd, met een zacht behaarde bovenlip die zich als een huif over de onderlip buigt. Je kunt je indenken dat het voor mini-elfjes comfortabele zetels zouden zijn. Ook hommels nemen er graag in plaats. Als je aan de bloemen sabbelt, wordt duidelijk waarom – soms proef je de zoete nectar.
Behalve hommel houden bijen van de bloemen en verschillende nachtvlinders zetten hun eitjes af op witte dovenetel, omdat hun rupsen zo verzot zijn op die plant. De enorme, harige, zwart met oranjerode rupsen van de grote beervlinder zijn er soms op te vinden. De grote beer is een zwart-witte schoonheid met oranjerode achtervleugels.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 2 nov. 2017)