Koekoeksbloemen in de herfst
Avond-, dag- en echte koekoeksbloem; ik zie ze alle drie nog in bloei. De echte bloeit roze met slanke, sprietige bloemblaadjes. Dit is waarschijnlijk de mooiste van de drie, maar het zou kunnen dat mijn voorkeur beïnvloed wordt door de groeiplaatsen. Dag- en avondkoekoeksbloemen houden van voedselrijke grond langs bosranden, op oevers en in bermen, terwijl echte koekoeksbloemen liever in bloemrijk grasland staan, een oogstrelende omgeving die in ons van mest doordrenkte land schaars wordt. De dagkoekoeksbloem heeft ook roze bloemblaadjes, maar bredere dan de echte; hij lijkt meer op de avondkoekoeksbloem al bloeit die dan ook wit.
De avondkoekoeksbloem bloeit de hele dag, maar sluit ’s avonds zijn bloemen niet. Integendeel, dan fleurt hij juist op, hij strekt als het ware zijn overdag wat kreukelige bloemblaadjes en begint er zoetig bij te geuren. Het is een avondbloem, gericht op nachtvlinders. Die zijn er tot diep in de herfst, in november zijn er denk ik meer nacht- dan dagvlinders. Zelfs in de winter zijn er zogenoemde wintervlinders, dus zo gek heeft de avondkoekoeksbloem het niet bekeken: bloeiend tot laat in de nacht en laat in de herfst.
Koekoeksbloemen horen bij de silenen, net als de blaassilene. Die lijkt op de avondkoekoeksbloem, maar een verschil is dat de blaassilene glad is en de avondkoekoeksbloem behaard. In november is de kans op bloeiende avondkoekoeksbloemen groter dan op bloeiende blaassilenen. Ook in de zomer trouwens, want avondkoekoeksbloemen zijn een stuk algemener dan blaassilenen.
Vrouwelijke koekoeksbloemen vormen korrelige zaadjes in een soort beker. Als de plant in de wind deint, slingert ze die zaadjes weg. De zaaddozen zijn als schuilplaats in trek bij oorwurmen en andere insecten. Schuimcicades geven de voorkeur aan een bladoksel als woonplaats. Die insecten zijn bekender als spuugbeestjes. Hun spuugklodders werden in voorwetenschappelijke tijden door mensen aangezien voor fluimen van een koekoek.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 3 nov. 2017)