Kom mee naar buiten

Kom mee naar buiten

Twee Turkse tortels en een tortelduif Foto Koos Dijksterhuis
Twee Turkse tortels en een tortelduif Foto Koos Dijksterhuis

Afgelopen weekend was voor mij het weekend van de eerstelingen. Eerstelingen zijn de eerste vogels of bloemen van het jaar. De eerste boerenzwaluw zag ik al een week eerder. Hij bracht weliswaar geen zomer, maar wel lente. Het weekend erna kwamen de zwaluwen massaal binnen.

Het gebeurt vaker dat ik één vroeg individu tegenkom, en dat ze even later massaal losbarsten. Bloemen breken collectief uit hun knoppen, trekvogels komen in groepen aan. Een dag na de eerste rietzanger hoorde en zag ik er tientallen.

Op honderd meter wegberm telde ik achttien soorten zeer algemene lentebloemen, struiken en bomen niet meegeteld. Smeerwortel en look-zonder-look vielen ook buiten de boot, hoewel ze allebei op het punt stonden. Het 18-soortenlijstje is op aanvraag beschikbaar.

Rond die bloemen vlinderden koolwitjes, geaderde witjes, citroenvlinders, kleine vossen, dagpauwogen en een boomblauwtje. Ook veel andere insecten zoemden rond, voedsel voor de gevederde arrivés uit Afrika.

Behalve zwaluwen en rietzangers zag ik de eerste gele kwikstaarten, de eerste gekraagde roodstaart, de eerste bonte vliegenvanger, de eerste visdiefjes, de eerste purperreiger en de eerste sprinkhaanzanger. Of nou, die laatste hoorde ik slechts.

De fitissen en zwartkopjes hebben zich zo te horen al uitgebreid gesetteld. Boompiepers, braamsluipers en grasmussen heb ik nog niet gezien maar zullen er vast al zijn. Het wachten is op tuinfluiter, huiszwaluw, nachtegaal, boomvalk, wespendief en grauwe kiekendief. De laatste zomergasten die we kunnen verwelkomen zijn de gierzwaluw, de wielewaal en de tortelduif. Verwar die laatste niet met de talrijke Turkse tortel. De tortelduif heeft een roestbruine rug en vlekken op zijn hals, maar geen zwarte streep in zijn nek. Tortelduiven zijn alleen ’s zomers in Nederland en worden daarom vaak zomertortel genoemd.

Van de wielewaal en de tortelduif hebben we er nog maar zo weinig, dat we ze zomaar een hele zomer over het hoofd horen. In de kruinlaag van populierenbosjes zou het diedeljo kunnen klinken. En in restjes kleinschalig landschap, met een afwisseling van bossen en rommelige akkers, zou een zomertortel zijn zachte, soezerige “krrrr krrrr” kunnen koeren.

(Natuurdagboek Trouw donderdag 13 april 2017)

DELEN
Reacties zijn gesloten.