Kaars of toorts?
Wandelend door de duinen van Schiermonnikoog treffen we een Verbascum aan in volle bloei. Op het eiland zijn koningskaars en stalkaars algemeen, al zijn ze er niet zo algemeen als in de Hollandse duinen en langs de grote rivieren. Beide verbasca kunnen bijna manshoog worden en vormen een fakkel van gele bloemen. De stalkaars steekt soms meerdere toortsen omhoog, heeft donkerder blad dat niet zo viltig behaard is als het blad van koningskaars. En stalkaars heeft donkere bloemhartjes. Ondanks de enkele toorts houd ik het op een stalkaars.
Beide soorten horen tot in oktober te bloeien en de plant die wij zagen is dus al een maand over tijd. Maar goed, tussen de duinen blijft de iets warmere zeelucht vaak hangen en ontstaan mini-klimaatjes. En daarbij verandert het klimaat, zoals u weet, en bloeien veel planten langer door dan de boeken voorschrijven.
In het huisje sla ik er toch even de plantenboeken op na. Mijn oog valt op de zwarte toorts, die weliswaar slechts tot september hoort te bloeien en op Schier niet algemeen is, maar die met zijn grote, donkerpaarse bloemhartjes toch wel sterk lijkt op de gefotografeerde verbascum. Wel heeft zwarte toorts doorgaans wat verspreider blad dan de plant op de foto, niet zo’n dichte groene bos. Die hoort weer meer bij een stalkaars. Maar een zwarte toorts draagt dat blad wel op stengels. Voor de zekerheid zet ik de plaat op waarneming.nl en daar denkt men ook dat het een zwarte toorts is.
Die toorts is dus maar liefst twee maanden over tijd en heeft de herfst tot dusverre op wonderbaarlijke wijze overleefd. Zijn soortgenoten zijn al uitgebloeid en gaan dood. Bovengronds tenminste. Ondergronds leven ze voort in winterknoppen, die volgende zomer weer uitlopen.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 22 nov. 2016)