Kaardebollen in de winter

Kaardebollen in de winter

Kaardebol. Foto Koos Dijksterhuis
Kaardebol. Foto Koos Dijksterhuis

In de winter moeten we het wat planten betreft vooral hebben van hun vormen in tegenlicht. Rietpluimen bijvoorbeeld, tegen een lage zon. Nog mooiere contouren in het uitgebloeide plantenrijk heeft de kaardebol.

Kaardebollen zijn hoge, stekelige planten. Ze bloeien met trosjes lila bloemetjes op eivormige bollen. Daar staat een krans van lange, dunne uitsteeksels omheen, als vingers om een in de hand gehouden ei.

Nu zijn de kaardebollen bruin. Ze steken scherp af tegen de winterse lucht, tooien zich na nevelige nachten met een ruige vacht van rijp en lijken in de schemer spookachtige gedaanten. Ze doen het ook aardig in een droogboeket, maar je mag ze niet plukken. Kaardebollen zijn niet heel zeldzaam, maar in Nederland wel zo schaars dat ze beschermd worden.

Dat is fijn voor wandelaars zoals ik en nog fijner voor zaadetende vogels die de winter moeten doorkomen, zoals putters, rietgorzen en groenlingen. Winterkoninkjes kunnen insectjes uit de eibollen peuren.

De stekelige kaardebollen werden vroeger gebruikt om laken mee te ruwen tot stevige, warme stof voor kleding. Sommigen dichten kaardebol de geneeskracht van een wondermiddel toe. Sinds kort zou kaardebol zelfs tegen de ziekte van Lyme helpen. Vooral patiënten die zelf hun diagnose stellen schijnen op te knappen van een elixer van de aan het eind van hun tweede seizoen bij volle maan geoogste wortels. Maar denk erom: kaardebol uitrukken mag niet.

Mij hebben kaardebollen altijd aangesproken. Als kind kende ik ze van vakanties uit Frankrijk, maar zag ik ze nooit in Nederland. Toen ik op mijn veertiende lid werd van de jeugdbond voor natuurstudie, hoorde ik iemand vertellen dat hij een zeldzaam plantje had gevonden. Waar dan? Langs dat ene paadje, bij de kaardebollen. Bij de kaardebollen? Het klonk als heiligschennis. Ik ben gaan kijken en kon dat plantje niet vinden, maar zag mijn eerste kaardebollen in Nederland.

Tegenwoordig zie ik ze vaak. Ze komen zelfs op in mijn tuin.

(Natuuurdagboek Trouw dinsdag 24 jan. 2017)

DELEN
Reacties zijn gesloten.