Huilen met de wolf
Nu er een wolf in Nederland woont, zijn veehouders en jagers in rep en roer. De LTO wil weten bij hoeveel wolven we tot afschot overgaan. Veehouders vrezen voor hun schapen, en jagers zijn bang dat de wolf hen verdringt als natuurlijke vijand.
Wij, 17 miljoen inwoners van Nederland, houden zo’n 100 miljoen kippen, 27 miljoen varkens, 4 miljoen runderen, 3 miljoen katten, 2 miljoen honden, 1,3 miljoen schapen en een half miljoen geiten. De meeste houden we maar kort in leven, voor we ze doodmaken.
Honden en katten houden we lang in leven, met doodgemartelde kip en koe. Omgekeerd maken honden en katten miljoenen dieren dood. Niet alleen insecten, vogels en kleine zoogdieren, ook grote zoogdieren gaan eraan. Per jaar worden er duizenden schapen gedood door honden. Ja duizenden. De schattingen zijn grof en lopen uiteen van 4 tot 13 duizend schapen. Sommige worden doodgebeten, andere door hun eigenaar verlost uit hun lijden als gevolg van de bijtwonden en weer andere schrikken zich dood van een blaffende hond achter zich aan.
Wolven zijn de wilde voorouders van onze honden. Er is één wolf in Nederland en veehouders zijn bezorgd over hun schapen. Schapen zijn een ideale wolvenprooi, maar zijn veilig voor wolven als ze omheind worden door schrikdraad, zeker als er een paar getrainde wolfshonden of schapendoezen bij ze zijn. Loslopende honden zijn veel gevaarlijker voor schapen. Bij hoeveel honden wil de LTO tot afschot overgaan?
Die ene wolf zit op de Veluwe, houdt zich verre van mensen en leeft van reeën, herten of zwijnen. En dan komen de jagers in het geweer. Jagers willen geen natuurlijk evenwicht, ze willen schieten. Voor elke prooi die de wolf doodt, eisen jagers zelfs schadevergoeding van het Rijk. Je zou erom lachen als het niet om te huilen was.
Als tegemoetkoming stel ik voor dat we tot afschot overgaan, als wolven 4 tot 13 duizend schapen per jaar doden.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 29 jan. 2019)
Eén gedachte over “ Huilen met de wolf”
Voorlichting voor kinderen over de wolf (om voor te lezen)
Dialoog met Finn (4)
Finn: Baas, baas,
Baas: Ja Finn,
F. Weet je wat Bennie zei…
B. Oh, nee… niet weer Bennie, Finn …
F. Uh …?
B. Ik word een beetje moe van Bennie, Finn …
F. Hoezo…?
B. Nou, Finn, dat zal ik je zeggen, … Bennie roept maar wat, als ‘t ‘m uitkomt…
F. Ja, en dus …
B. Bennie z’n vader, dat is toch die prijswinnende Rottweiler uit Twente?
F. Prijs? Heeft Bennie z’n vader een prijs gewonnen?
B. Weet ik ook niet precies, zoiets, … maar Finn, ik bedoel eigenlijk wat anders, over mensen en dieren en zo…
F. Oh nee, niet weer zo’n lesje over het leven en de wereld baas, ik ga nog liever een gat graven naar de andere kant van de wereld…
B. Da’s mooi, ik wilde het net hebben over de andere kant van de wereld…
F. Uh…?
B. Wist jij Finn, dat wolven daar de boeren helpen…?
F. Nee, baas, maar ik ben bang dat jij me dat nu even haarfijn gaat uitleggen…
B. Yep Finn, ga eens even liggen…
F. Zitten, mag dat ook…
B Ja Finn, whatever, maar luister even…
F. Ok…
B. Als jij een gat zou graven, naar de andere kant van de wereld, waar kom je dan uit…?
F. Kweenie…, de andere kant van de wereld denk ik…
B. Ok, welk werelddeel ligt daar dan…
F. China?
B. Bijna , Finn, maar da’s een land, geen werelddeel…, welk land ligt daar in de buurt dan…?
F. …mmm… Nieuw Zeeland?
B. Ok, en welk land nog meer…
F. O, uhm, hoe heet ’t daar ook al weer…
B. Nou Finn, het is daar inderdaad af en toe erg heet..
F…. Australië !
B. Yes! Finn, en wat voor dieren wonen daar?
F. Ja, dat weet ik wel, die springdingen, …mmm… , met zo’n tasje voor de buik…
B. Nee, Finn, geen nordicwalkers, toch?
F. Nee dommie, kangoeroes natuurlijk, en koala’s, en…
B. Finn jongen, op je ouwe dag blijf je me verbazen…
F. Baas, ik mag dan wel hoogbejaard zijn, en mijn ogen en oren mogen het laten afweten, en m’n hersens af en toe ook, maar ik ben níet dom hoor…
B. Sorry Finn, je hebt gelijk, maar wat ik wilde zeggen over Australië, daar helpen wolven de boeren…
F. Helpen de wolven daar de boeren? Hoe dan…
B. Nou, die kangoeroes, die eten veel gras, dat de boeren liever voor hun schapen hebben, en het zijn dan niet echt wolven zoals hier, maar die zorgen er wel voor dat die kangoeroes uit de buurt blijven…
F. Zou ik ook doen…
B. Dat kun je en beetje vergelijken met hier, waar soms honden los rondlopen
F. Ja, … en?
B. En als een wolf ergens woont, doen die honden er slim aan niet op hun eigen houtje daar maar een beetje rond te gaan lopen…
F. ja maar baas, die honden horen sowieso toch niet op hun eigen houtje rond te lopen, toch?
B. Klopt helemaal Finn, als je als baasje met je hond gaat wandelen, moet ie eigenlijk aan de lijn gehouden worden, maar niet ieder baasje doet dat…
F. Dom…
B. Ja, heel dom, en weet je, als een hond toch op z’n eigen houtje rond gaat lopen, die wolf aan hem laat weten dat ie niet welkom is…
F. Hoe dan?
B. Dan wordt het waarschijnlijk knokken Finn, en da’s niet leuk…
F. Lijkt mij ook niet leuk, da’s knokken sowieso niet
B. Nee Finn, knokken is niet leuk
F. Hoe noemen jullie mensen dat ook al weer…?
B. Dom Finn, erg dom…, hé, ga maar lekker buiten spelen…
Reacties zijn gesloten.