Hop hop!
Al sinds mijn kindertijd maak ik lijstjes. Tegenwoordig zijn het doe-lijstjes, want ik heb altijd veel te doen. Ik kan er activiteiten op wegstrepen, wat voldoening geeft. De hobbylijstjes uit mijn kindertijd gaven ook voldoening.
Zo hield ik lijstjes bij van de postzegels en de schelpen die ik had. Die raakten overvleugeld door de vogellijstjes. Ik hield namelijk niet alleen een lijst bij van alle vogels die ik had gezien. Ik had ook lijsten van de vogels die ik zag in de buurt van mijn woonplaats Amersfoort, in de tuin, en op Schiermonnikoog. Ik had jaarlijstjes, ik maakte zelfs een maandtabel waarin te zien was dat de huis- en boerenzwaluw zomervogels waren, die ik elk jaar van april tot oktober zag, en niet van november tot maart. Die lijstjes hadden geen nut, ze vormden slechts een excuus om thuis op regenachtige dagen en donkere winteravonden toch met vogels bezig te zijn.
Natuurlijk hield ik bij welke vogels, en soms ook andere dieren, planten of paddestoelen, ik op iedere excursie zag. Ik was actief in de Algemeen Christelijke Jeugdbond voor Natuurstudie. Het christelijke zat hem erin, dat we op zaterdagochtend de fiets pakten. De openbaren deden dat op zondag, als wij tandenknarsend in de kerk zaten.
Opruimend kom ik mijn opschrijfboekjes uit die tijd tegen. Elke keer staan merel, mus en spreeuw er weer bij. De torenvalk is afgekort tot tv, en gbs staat voor grote bonte specht.
Tot mijn verrassing zie ik een hop vermeld staan. Ik kan me niet herinneren ooit een hop in Nederland te hebben gezien. Ben ik een hop vergeten? Eén van Europa’s mooiste vogels?! Ach nee, ik noteerde soms ook de planten…
(Natuurdagboek Trouw maandag 14 dec. 2015)