Het sombere eilandgevoel
Een weekend naar ons huisje op Schiermonnikoog – ze zeggen altijd dat op de boot het eilandgevoel zich al van je meester maakt en dat is waar. Maar dat komt meer door het op de Waddenzee glinsterende licht dan door de zich aan boord verdringende eilandgevoelsmensen.
Ons eilandgevoel knarst tijdens het doorkruisen van de met drijfmest doordrenkte eilandpolders. Wat zou het mooi zijn als de eilander boeren zich zouden scharen onder het Nationaal Park. Als ze zo zouden boeren, dat de polder weer geel van ratelaars en roze van orchideeën zou kleuren en de grutto’s zich voor het eerst in veertig jaar weer zouden uitbreiden.
Op één van mijn lievelingspaden, de Reddingsweg, moeten we uitwijken voor een grote taxibus. Als we bij paal 7 het strand bereiken, is het eerste wat we zien een terreinwagen die langs de vloedlijn scheurt. Het eiland vat zijn autoloze status ruimdenkend op. Dat zulk verkeersbeleid met de beschermingsdoelen van een Nationaal Park te rijmen valt, getuigt van een bewonderenswaardig creatieve ambtenarij.
Boven de horizon steken de witte torens van het nieuwe windmolenpark uit. Sinds twee jaar bouwt Siemens er honderdveertig windturbines. Links zien we de twee booreilanden bij Ameland en recht voor ons uit verrijzen zandzuigers boven de horizon. Daar ergens zal weldra naar gas geboord worden. Als daar exploitabel gas blijkt te zitten, moet dat met een leiding dwars door de eilander kwelder vervoerd worden. Dan komen daar gebouwtjes met hekken erom, lampen erop en wegen erheen.
Het strand ligt langs de vloedlijn vol gele klonten paraffine, geloosd door een schip. Het vloeibare vergif stolde in zee en vervuilt nu de kust. Er bekruipt ons een nieuw eilandgevoel: misschien moeten we ons huisje verkopen?
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 14 juni 2016)