Held
We staan op een camping met weids uitzicht tussen bomen door. In die bomen twitteren vogels. Onweer dreigt, maar drijft over na een paar felle rukwinden. Takken knappen, haringen schieten los, een parasol kiest het luchtruim. Dan is het weer rustig. Voor de tenten ploppen kurken. Zoon snelt toe: er zijn jonge vogeltjes uit de boom gevallen. Ze leven nog. Ik weet vast raad.
Zucht.
Naast een hoge, dikke conifeer liggen drie kuikentjes. Ze zitten in hun eerste veertjes. Hun snaveltjes zijn breed, het moeten vinkachtigen zijn. Er hipt een alarmerende vink door de takken. Vinkjes dus. Ze kunnen door een misstap vertrapt worden, ik raap ze op en geef ze aan zoon die op ze past.
‘Dat je ze durft op te pakken!’ zegt iemand, ‘heb je er verstand van?’ Alle ogen kijken hoopvol. Krijg ik ze terug in het nest? Worden ze dan niet verstoten? Dat niet, maar waar is het nest en hoe krijgen we ze erin?
De conifeer blijkt drie coniferen te zijn. Ze zijn zeker twintig meter hoog. Ik wurm me erin en probeer te klimmen. Onder de hars. Een jongen van zeventien, Jasper Westra uit Leek, wijst naar een donkere vlek boven ons. Het zou het nest kunnen zijn. Jasper zegt er wel heen te kunnen klimmen. Ik vraag of iemand een stoffen zakje heeft en Jaspers vader offert zijn camerahoes op. Ik knoop het zakje kuikens aan Jaspers riem en hij klautert verrassend kwiek omhoog. Hij roept dat er veertjes in het nestje liggen. Kuikens erin, missie geslaagd.
Even later schiet moeder vink de boom in. Er klinkt getjup. Jasper is de held van de camping.