Hagedis op het graf
Ooit zag ik zandhagedissen op Schiermonnikoog, maar daar zijn ze uitgestorven. Ook in de rest van het land verdwenen de reptielen gestaag. Alleen in de duinen, op de Veluwe en in een paar andere heidegebieden komen ze nog voor. Zowel het dichtgroeien als het machinaal afplaggen van hei is dodelijk voor zandhagedissen. Maar in de Hollandse duinen kun je op een rustige, zonnige plek nog op een luierende zandhagedis stuiten.
Hagedissen zijn een beetje geheimzinnig. Ze zitten roerloos te zonnebaden tot ze razendsnel wegritselen. Een glimp krijg je te zien. Hagedissen zijn algemeen op muren en rotsen in Zuid-Europa en ik krijg een soort vakantiegevoel als ik ze in Nederland zie. Al zijn het dan zandhagedissen en geen muurhagedissen.
Zandhagedissen zijn groter dan muurhagedissen en in de lente zijn de mannetjes groen. Het is nu nazomer en dan zijn ze bruin, met strepen en vlekjes.
Als de grauwe wolken opentrekken, bezoeken we de begraafplaats van oorlogssslachtoffers in de duinen bij Bloemendaal. We zijn de enige bezoekers, op een paar lijsters na. Die zijn vooral geïnteresseerd in de wijngaardslakken die hier huizen.
Het graf van Hannie Schaft ligt vol schelpen en muntjes, als postuum eerbetoon aan deze jonge verzetsheldin. De andere helden moeten het zonder eerbetoon doen. Maar op het graf van ene Bakker zont een zandhagedis. Zelf lijkt het me prachtig om vanuit mijn graf een hagedis te zien zonnen. De hagedis blijft doodstil zitten. Zou hij denken dat we hem niet zien? Na een tijdje draait hij zich om op het graf, zodat zijn andere zij kan opwarmen.
Nog even en de zon maakt plaats voor herfstbuien. Dan begraven de zandhagedissen zich voor een winterslaap.
(Natuurdagboek Trouw maandag 12 sept. 2016)