Gestroomlijnde eenden
Op Schiermonnikoog zit de Westerplas vol pijlstaarten, misschien wel onze mooiste eenden. Pijlstaarten zijn grijs met wit, crèmekleurige heupen en een donkere, bijna zwarte kop en nek, terwijl over hun hals aan beide zijden een witte streep achter hun oor langs omhoog priemt. Ze hebben een lange pijlstaart.
Pijlstaarten broeden in Rusland, Wit-Rusland, Letland, Finland, Lapland en Noorwegen en hier en daar in Zweden, Estland Litouwen, Polen, Duitsland, IJsland en op de Balkan. Heel soms kunnen ze hun ei kwijt in Nederland, dat echter vooral dienstdoet als winterverblijf en pleisterplaats. Nederland ligt aan de westgrens van ‘s pijlstaarts broed- en aan de noordgrens van zijn overwinteringsgebied. Van hier tot in Marokko en Turkije brengen ze de winter door, het liefst op grote meren en getijdegebieden. Op het water kunnen ze slapen zonder honden en katten of andere landroofdieren te vrezen. En ze vinden er voedsel – zowel dierlijk grut als plantaardige prut plukken ze met hun gevoelige snavels op de tast uit het water.
Mocht de Westerplas dichtvriezen, dan wijken de Schiermonnikoogse eenden uit naar de Waddenzee, een paar honderd meter zuidelijk. Er komen dagelijks meer pijlstaarten bij, de trek is nog in volle gang. Als we langs de noordkust over het eiland wandelen, arriveert de ene groep pijlstaarten na de andere. Uit zee komen ze aangesneld, in groepen van een stuk of twintig, dertig eenden. Vaak vormen ze een V-formatie, zodat ze zelfs pal tegen de harde zuidwester in een snelheid halen van ik schat zeventig kilometer per uur. Hun puntstaartige konten wijzen allemaal parmantig achterwaarts, het ziet er gestroomlijnd uit.
Pijlstaarten trekken vaak zo hoog dat ze over het hoofd gezien worden, maar deze hebben de landing ingezet. Ze zijn er bijna, de Westerplas glinstert ze welkom.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 25 nov. 2016)