Op mijn terras hebben twee bundeltjes paddestoelen zich tussen de straatstenen doorgewurmd. Met drie paddestoelengidsen in de hand probeer ik ze te determineren. Eerst maar eens de bundelzwammen doornemen. Het uiterlijk zegt niet alles, mijn zwammen hebben punthoeden, maar zouden op latere leeftijd of in ruimere groeiomstandigheden misschien best een brede parasolhoed kunnen opzetten. Ze zijn donker, bijna zwart. Als de zon erop schijnt, zie ik dat ze paarsbruin zijn. Ze hebben crèmekleurige plaatjes onder hun hoed. Ze ruiken nergens naar.

Ik kan ze niet vinden in de boeken. Er zijn ook duizenden soorten paddestoelen, deze zullen er wel niet in staan. Ik zet foto’s op waarneming.nl en mail ze naar een paddestoelenvriend, maar niemand durft een soortnaam te opperen. Pas na een volgende reeks foto’s krijg ik een suggestie los: “Lijkt op bruine bundelridderzwam”. Daar moet ik het mee doen.

Behalve bundelzwammen en ridderzwammen bestaan er dus ook bundelridderzwammen. In casu bruine. Die lijken inderdaad op wat er op mijn terras groeit, al hebben ze bredere en plattere hoeden, maar dat hoeft niet… zie boven.

De bruine bundelridderzwam komt voor in bossen en parken en langs lanen. De paddestoel houdt van voedselrijke bodem en kan best in een tuin opduiken. Hij groet op ondergronds loofhout, boomwortels bijvoorbeeld. Dat kan ik niet controleren, ik ga de stoep niet opbreken, maar er staan grote loofbomen in de buurt, dus er zouden goed wortels onder de stenen kunnen kronkelen.

Wie trouwens in ongeveer dezelfde omstandigheden groeit als de bruine bundelridderzwam, is de bruinplaatbundelridderzwam. Die twee lijken ook nogal op elkaar, maar de bruine is iets donkerder dan de bruinplaat, heeft een punt op zijn muts en is algemener. Voorlopig houd ik het dus op de bruine bundelridderzwam. Als u een beter idee heeft, hoor ik het graag.

(Natuurdagboek Trouw vrijdag 2 dec. 2016)