Gele vlinder uit het zuiden

Een in Nederland nogal laat in het jaar opererende vlinder is de luzernevlinder. In augustus en september fladderen deze fraaie wezentjes in vooral het zuiden van ons land rond. Ze lijken een beetje op koolwitjes die de kleur hebben van citroenvlinders, al zijn er ook luzernevlinders die wit zijn. De geelgekleurde luzernevlinder op de foto is een oranje luzernevlinder. Er bestaat ook een verwante soort die gele luzernevlinder heet en die is nog geler.
Oranje luzernevlinders houden niet speciaal van de nazomer. Dat ze toch vooral in de nazomer rondvliegen, komt doordat ze onze winter niet overleven. In de lente leven ze in Zuid-Europa. Maar het zijn reislustige beestjes en ze vliegen noordwaarts. Gedurende de lente en zomer arriveren ze in Nederland, waar ze eitjes leggen op luzerne en andere vlinderbloemigen, zoals de lathyrus op de foto. De kleine rupsen zijn even groen als het vlinderbloemige blad dat ze eten, en vallen dus niet op.
Hun zuidelijke herkomst verklaart waarom ze het talrijkst zijn in Zuid(oost)-Nederland. Daarom maakte ik een sprongetje van vreugde toen ik er afgelopen augustus een op Schiermonnikoog zag. Die vloog over het begroeide Oosterstrand langs de stuifdijk waar rolklaver, kattendoorn en twee soorten wikke bloeien.
Zittend klapt een luzernevlinder zijn vleugels op, zodat je de onderkant van die vleugels ziet. Op de voorvleugel prijkt een zwarte, op de achtervleugel een witte vlek. In vlucht laat hij ze ook van boven zien en daar zijn ze feller geel, met zwarte randen.
Ik heb eindeloos geprobeerd luzernevlinders te fotograferen op het moment dat ze net op een bloem landen en hun vleugels nog gespreid houden. Dat moment duurt een fractie van een seconde. Ik heb er foto’s van maar die zijn helaas niet scherp. Luzernevlinders zijn toch al geen goede poseurs voor een foto. Ze zijn vrij schuw en vliegen weg zodra je je in hun buurt begeeft.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 19 september ’19)