Fukking foeksia
Een onderwijzer op de School met de Bijbel had het weleens over fuchsia’s. Fuchsia spreek je uit als fuksia, maar de onderwijzer zei foeksia. Ik vond dat bespottelijk, ik vond alles van die onderwijzer bespottelijk of zelfs afgrijselijk. De man was van het type dat duizend strafregels uitdeelde als je uit het raam naar een specht keek. Uit het raam naar spechten kijken was veel leuker dan breuken en naamwoordelijke delen van gezegdes. Ik keek zelfs verlangend naar buiten als er geen specht was. Ik heb tienduizenden strafregels geschreven en bracht het schooljaar grotendeels door in de hoek en onder de bel. Wat haatte ik hem. Toen ik later Bordewijk las, gaf ik hem met terugwerkende kracht de bijnaam Bint.
Ik geloof niet dat Bint foeksia zei omdat fuksia begon met een Engels schuttingwoord, maar wat zijn reden ook was, ik zal altijd fuksia zeggen. Als kind vond ik fuchsia’s mooie bloemen en ondanks Bint bleef ik ze waarderen. Ik werd namelijk verliefd op Ierland en daar groeiden en bloeiden fuchsia’s in het wild op de stenen muurtjes langs de weilanden. Ze werden groot, want ze overleefden de winters. In Ierland vriest het zelden strenger dan een vleugje nachtvorst.
Toen ik mijn huis betrok, bleken er in de tuin fuchsia’s te bloeien. Nog steeds, terwijl veel andere bloemen zijn verdwenen, tot de monnikskappen aan toe. Die zijn door slakken opgegeten en misschien kregen ze te weinig zon. Opschietende essen en Spaanse aken, een woekerende bosrank en uitdijende fuchsia’s namen hun licht weg. Vandaar dat ik ingrijp. De boompjes ruk ik uit, de bosrank snoei ik terug en de fuchsia’s? Ik vind het al zo’n mirakel dat die de winters overleven. Ze bloeien tot diep in de herfst! Ik wil ze niet kwijt, maar ga sommige afknippen en kijk of ze dat overleven. Bint is al lang dood. Wordt vervolgd in de lente!
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 17 okt. 2017)