Fopzwammen in de berm

Fopzwammen in de berm

Fopzwammen. Foto Koos Dijksterhuis
Fopzwammen. Foto Koos Dijksterhuis

Op Schiermonnikoog, langs het verharde deel van de Reddingsweg, op de grens van de polder en de duinen, buigt een vrouw zich over de berm. Zij plukt iets en zegt wat, waarna haar intussen verdergelopen man toesnelt. Ze overleggen, ik kan niet verstaan wat ze zeggen, maar vermoed dat ze het over een paddestoel hebben. Ik loop naar ze toe en vraag het. Ja, een paddestoel. En gezien de oranjebruine kleur en de wijd uitelkaar staande lamellen is het volgens hen een fopzwam. Maar welke fopzwam? “Ik laat me nog altijd foppen door die zwammen”, lacht de vrouw.

Thuis kijk ik in het De Paddestoelen van Schiermonnikoog, het klein maar fijne gidsje van Erik Jansen en Thijs de Boer. Daarin staat één fopzwam, die als twee druppels lijkt op het gevonden exemplaar en die ‘algemeen’ is, en ‘zowel in bossen als in de duinen en in wegbermen’ te vinden is. Weliswaar is de genoemde groeitijd juni tot november, maar in deze winter groeit er zoveel buiten de voorgeschreven periodes. Nu zat er een donzig plukje aan de steel. Zou het dan toch het winterdonsvoetje zijn? Die groeit in de winter. Maar nee, die wijde lamellen…; het is echt die fopzwam uit het boekje. Dat is de gewone fopzwam – dat we ons niet verbeelden iets bijzonders te hebben gezien. De gewone fopzwam groeit meestal onder loofbomen, maar is daarin niet kieskeurig. Er hoeft onder het gras maar een verdwaald twijgje te liggen, of er kunnen fopzwammen op groeien.

De vrouw en man en ik wensen elkaar een prettige dag en dan vragen ze of ze in de krant komen. Dat zou zo maar kunnen.

(Natuurdagboek Trouw vrijdag 30 jan. 2015)

DELEN
Reacties zijn gesloten.