Eikels en gele sneeuw

De grote gele sneeuwstormen laten tot november op zich laten wachten, en tot in december zijn er bomen die zich hullen in hun herfstkleurige loof. Maar de blaadjes zijn toch echt begonnen zich van hun bomen los te maken. Of beter: de bomen maken zich los van hun blad. De dageraad duurt nog geen half etmaal en de zon staat laag, dus die blaadjes hebben weinig nut. Er wordt geen bladgroen meer gemaakt, het groen verdwijnt uit de bladeren, hun rode, oranje en vooral gele pigmenten blijven.
Dagpauwogen en sommige andere vlinders, Aziatische lieveheersbeestjes en bladpootrandwantsen dringen huizen binnen waar ze droog en vorstvrij denken te kunnen overwinteren.
Andere dieren zoeken beschutting in de grond, tussen gevallen bladeren of in boomholten. Weer andere zorgen voor een vetlaag, een dikkere vacht of een voedselvoorraad om de winter mee door te komen. Die dieren moeten kou, regen (en zomerhitte en droogte) doorstaan zonder een jas aan- of uit te kunnen trekken, een paraplu te openen, een raam te sluiten. Laat staan dat ze de kachel kunnen stoken. Ze trotseren de elementen op eigen kracht, dag en nacht, het hele jaar door. Ze tobben dan ook niet over gasprijzen. Ze verwarmen zich door te eten: brandstof voor het lijf.
Gaaien zijn meesters in het aanleggen van voedselvoorraden. In deze tijd van het jaar zijn ze pendelend te zien tussen eikenbomen en voorraadplaatsen. Ze proppen hun keel vol eikels die ze her en der in de grond duwen. Ze kunnen tientallen plekken onthouden.
Eikels zijn voedzame brokken. Vele dieren eten ervan. Ik heb geiten eikels zien eten. Op internet wordt gewaarschuwd dat eikels giftig zijn, al zijn er varkens die niets anders eten. Zelfs duiven eten eikels. Die slikken ze door, waarna ze in hun krop hun vertering afwachten; een soort vagevuur voordat het helse maagzuur bereikt wordt.
Ondanks de droge zomer die ze vroeg deed vallen, zijn er veel eikels.
(Natuurdagboek Trouw maandag 17 oktober ’22)