Een dag in het leven

Eendagsvliegen leven bij water met zandige of modderige bodem. Of beter: daar leven ze in. Ze vliegen maar kort hè, hun naam laat niets te raden over, al zijn het geen vliegen. Ze worden raadselachtig genoeg ook wel haften genoemd. Als larve leven ze veel langer dan een dag, in het water. Of eigenlijk leven ze niet als larve, maar als nimf. Het verschil is dat een larve zich verpopt, en dat een nimf uit zijn huid kruipt. “Sluipt”, moet ik hier zeggen. Je kruipt in een huid, maar je sluipt eruit. Entomologentaal.
Sommige soorten eendagsvliegen leven een paar dagen, andere een paar uur. Eten doen ze niet; ze hebben te weinig tijd, ze hebben niet eens een mond. Ze denken aan maar één ding.
In de bioscopen verscheen een tijd een reclamefilmpje over twee eendagsvliegen, een animatie. De eendagsvliegen vormden samen een vliegend hart. Ik vond het filmpje mooi gemaakt, maar kan me niet herinneren waarvoor het reclame maakte.
Als eendagsvliegen uitsluipen, sluipen ze allemaal uit. Van de bodem kruipen de nimfen langs stengels van waterplanten naar boven, het luchtruim in. Het moet een fantastische ervaring zijn, al vraag ik me af hoeveel ze ervan beseffen. Boven water scheurt en sluipt het insect uit zijn huid. Eenmaal uitgeslopen, is een eendagsvlieg nog eventjes waterbestendig, dankzij een waterafstotend donslaagje op zijn vleugels. Even later vervelt hij alweer tot het donsloze imago, dat de lucht infladdert op zoek naar een geliefde. In een zwerm zijn veel potentiële kandidaten te vinden. Daarom sluipen ze allemaal tegelijk uit. Paren, eieren afzetten en het feest is voorbij.
Er zijn meedere soorten eendagsvliegen. Op de foto staat de groene eendagsvlieg, die bruin is.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 27 aug. 2014)