Cruisende spinnen
Laatst schreef ik over parende kruisspinnen, die gefotografeerd waren door een lezer. Lezer zag dat ‘de punten van de achterlijven tegen elkaar gebracht’ waren. ‘Zo doen kruisspinnen “het” niet’, reageerde een andere lezer: Bert Hartog. ‘Het mannetje spint een klein webje. Daarop legt hij een druppeltje sperma. Dat sperma wordt opgezogen in twee flesjes aan de palpen bij de kop. Tijdens de paring worden de flesjes leeggespoten in het geslachtsorgaan (epigyne) van het vrouwtje, aan de onderkant van haar achterlijf.’
Betrof het erotische verslag vluggertje? Nee, het liefdesspel van kruisspinnen is een zaak van lange adem. In het blad Natura nr. 4 uit 2011 beschrijft Caroline Elfferich twee cruisende kruisspinnen. Ze ‘zag een mannetje hangen aan een horizontale draad, tussen de beukenheg en de coniferen. Het mannetje wachtte bij de beuken op de komst van een vrouwtje vanuit de coniferen.’ Ook het hard-to-get-vrouwtje is op vrijersvoeten.
‘Kwamen ze binnen pootbereik, dan spartelden ze met de vier voorste poten naar elkaar’, vervolgt Elfferich, ‘soms fel, soms rustiger. Meerdere keren was er kort contact. Als het vrouwtje zich agressief gedroeg, liet het mannetje zich aan een noodlijn omlaag vallen om spoedig terug te keren. Soms verstopte het mannetje zich tussen de bladeren. Dan keerde het vrouwtje om en ging ze verder met het maken van haar web. Maar telkens werd ze weer aangetrokken door het mannetje, dat als een harpspeler aan haar web tokkelde. Er verstreek een uur met vele ontmoetingen. Het vrouwtje reageerde steeds kalmer op de toenaderingen van het mannetje en keerde hem haar buikzijde toe.’
Het mannetje benaderde haar met zijn zaadflesjes. Dat deed hij zo stuntelig, dat het vrouwtje ongeduldig werd en zich terugtrok. Het getrommel en de pogingen herhaalden zich diverse malen. Elfferich liet ze alleen en zag drie uur later het vrouwtje in haar web hangen.
(Natuurdagboek Trouw maandag 8 okt. 18 )