Blauwe juffertjes in het groen

Blauwe juffertjes in het groen

Variabele waterjuffer. Foto Koos Dijksterhuis
Variabele waterjuffer. Foto Koos Dijksterhuis

Nu de zomer is begonnen zijn de libellen verschenen. Grote libellen met, als ze zitten, gespreide en kleine libellen met opgeklapte vleugels. Die kleintjes zijn juffers.

Drie soorten juffers zie ik het meest: lantaarntjes met een lichtblauw oplichtend laatste segment, vuurjuffers met een rood lijf en variabele juffers die zwart met een beetje blauw of geel kunnen zijn, maar ook blauw en/of geel met een beetje zwart. Die laatste zijn vrouwtjes.

In en bij beken zie ik dit jaar ook verrassend veel weidebeekjuffers, met een hemelsblauw lijf en donkerblauwe nevels op de vleugels. Prachtig zijn die.

Variabele juffers leven vooral in veenmoerassen. Daarbuiten zijn azuurjuffers en watersnuffels talrijker, nog twee blauw met zwarte juffers. Soms is een streepje op de bovenrug (borststuk genoemd) het enige verschil.

Variabele waterjuffers vliegen nu rond en nemen vervolgens geleidelijk in aantal af. Ze nemen de laatste jaren toch al af, vanwege het verdwijnen van geschikt leefgebied.

Op goede plekken kunnen variabele juffers zich in hoge dichtheden verdringen. Dan zit er om de halve meter een hemelsblauw mannetje op een halm of blad van een oeverplant. De mannetjes verdringen elkaar niet, maar hunkeren allemaal als muurbloempjes naar passerende vrouwtjes. Als ze een vrouwtje versieren, paren ze in een paringsrad, waarna ze samen de eitjes afzetten op waterplanten. Dat klinkt romantischer dan het is, al weet je nooit welke vertederende gedachten en gevoelens een juffermannetje koestert. Maar waarschijnlijk chaperonneert hij zijn leggende vrouwtje vooral als bewaker. Anders zou een andere vent misschien het zaadpakketje eruit knikkeren en zijn eigen zaad doneren.

Zoals van vrijwel alle libellen leven de larven in het water. Variabele waterjuffers willen stilstaand of langzaam stromende water met een weelderige oeverbegroeiing die even variabel is als hun uiterlijk. Er mag riet staan, maar geen dichte, homogene rietkraag. Waterplanten worden gewaardeerd, maar niet zoveel dat er geen open water meer is. Een vijver vol kroos wordt gemeden.

(Natuurdagboek Trouw maandag 3 juli 2017)

DELEN
Reacties zijn gesloten.