Binnendringende spin

Als ik de schuifdeur open, en niet de hordeur sluit, komen er vliegen, wespen en muggen in huis. Vooral bromvliegen zijn hinderlijk. Ze grijpen iedere kans om binnen te dringen, en proberen dan eindeloos door een gesloten raam naar buiten te ontsnappen. Blijf dan gewoon buiten! Maar dat is niet in lijn met vliegenlogica. Ik vang ze in een pot en laat ze buiten vrij, en wie aan mijn bevrijdingsbeweging ontkomt, sterft een dood van uitputting en uitdroging. Dan veeg ik de lijkjes van de vensterbank of van de vloer.
Horren zijn een uitkomst, tenzij een inpandig insect dat naar buiten wil ertegenaan vliegt. Al mijn ramen hebben horren, op het keukenraam na, dat laatst de hele nacht openstond. Maar vliegen slapen ‘s nachts en muggen lieten zich aardig buitenhouden door een luxaflex.
Er kwam, voor zover ik te zien kreeg, slechts één ongenode gast binnen: een staartspin, te herkennen aan de puntige spintepels op haar achterlijf, die op een staartje lijken. Uit spintepels komen de draden voor webben. De staartspin is een trechterspin. Ze maakt een trechtervormig web, en daarmee zou ze goede diensten kunnen leveren, als vliegenvanger voor het raam.
Ik heb natuurlijk wel spinnen in huis, maar die maken er altijd zo’n troep van: uitgezogen vliegenlijkjes en flarden spinrag. Ik vang ze soms, net als die vliegen, om ze naar buiten te jodelen. Maar er zijn vooral trilspinnen, en die overleven buiten niet. Je kunt ze beter doodmaken dan buiten zetten. Dus mocht u trilspinnen buiten zetten, doe dat dan niet uit liefdadigheidsoverwegingen.
Deze staartspin wilde ik juist wél buiten zetten, want daar kwam ze vandaan, het is een soort die van zon houdt en die op bomen leeft. Ze poseerde roerloos voor de foto, ik schatte haar lijf op zeven millimeter. Ik haalde een glas uit de keuken, maar… weg was ze. Ik zag nog net het laatste van haar acht pootjes verdwijnen achter de boekenkast.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 11 juni ’20)