Bezemkruiskruid, kleur in de herfst
Bezemkruiskruid is een ingeburgerde immigrant uit Zuid-Afrika. Het wordt verafschuwd door paardenhouders. Die herkennen de soort niet, maar bezemkruiskruid lijkt op Jakobskruiskruid en dat staat bekend als ongezond voor paarden. Niet dat paardenhouders Jakobskruiskruid herkennen, maar daarom juist zijn ze op hun hoede, want soms zit het in het hooi dat ze hun paarden voeren.
Paarden herkennen de planten beter dan hun baasjes en zullen geen kruiskruid grazen. Paarden herkennen de bloemen alleen niet als ze gedroogd in het hooi verstopt zitten. Paardenhouders doen daarom Jakobskruiskruid en voor de zekerheid alle andere kruiskruiden in de ban. Ze ageren soms zo fel tegen de planten, dat zelfs natuurbeheerders ze soms bestrijden om van het gezeur af te zijn.
Dodelijk zouden de planten pas zijn na langdurige consumptie van grote hoeveelheden, maar gezond zijn ze beslist niet. De dieren kunnen er een leveraandoening van krijgen. Als je geen benul van planten hebt, of niet behendig genoeg weet te manoeuvreren met je grasmaaier, dan kunnen er kruiskruiden in het hooi belanden. Dat je die planten op je eigen hooiland bestrijdt, à la. Maar in de natuur? Kom op zeg. Als tegenwoordig ergens paarden en koeien lopen, is het wel in de natuur. En daar eten ze geen kruiskruid. Er zijn trouwens zoveel ongezonde planten, maar wat niet weet, dat paardenhouders niet deert.
Bezemkruiskruid zorgt de hele herfst voor kleur, geel om precies te zijn. Zolang er geen vorst komt, bloeien de planten maar door. Tot middenin de steden staan ze langs trottoirs te bloeien. Late insecten kunnen op de bloemen terecht voor een beetje voedsel. Zoals de slanke driehoekzweefvlieg op de foto, die tot in november kan blijven zweefvliegen.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 22 okt. 2015)