Bedrieglijke wormen
‘Je veter zit los!’ Foppen kan lollig zijn. Bedriegen niet. Ik ben eens opgelicht en snap nog steeds niet dat ik zo stom was daarin te trappen. Maar ik overleefde het. Dat lukt niet iedereen!
Neem nou de barnsteenslak. Die kampt met een talentvolle bedrieger: de platworm Leucochloridium paradoxum. Die leeft in het poepgat van zangvogels. De worm legt eitjes die meeliften met wat de vogel uitpoept. Als de eitjes in vochtig gras of struikgewas uitkomen, worden de larfjes al dan niet opzettelijk opgegeten door passerende barnsteenslakken. De larfjes vermenigvuldigen zich rap, want ongeslachtelijk; dat gaat veel gemakkelijker en sneller dan het seksuele gehannes. Wij mensen willen soms de vlekkeloze bevruchting als een wonder beschouwen, maar seks is een groter mirakel. Enfin, die larven maken het zichzelf gemakkelijk, ze doen zich te goed aan de slak, maar krijgen na een tijdje genoeg van hun preutse bestaan. Ze willen wel eens een potje seks en daarvoor moeten ze volwassen platwormen worden. Dat kunnen ze alleen in het poepgat van een vogel. Maar hoe komen ze daar? Die vogels zijn gek op rupsen, maar slakkenhuizen versmaden ze liever. Bovendien leiden barnsteenslakken een teruggetrokken bestaan, uit het zicht van vogels.
Dus de larven bewerken de slakkenhersenen zo, dat de slak de hoogte en het licht in wil, zichtbaar voor vogels. De larfjes kruipen met hun honderden in de sprieten van de slak, de ogen op stokjes. Die worden zo daar zo dik door, dat de slak ze niet meer kan intrekken. Ze krijgen bovendien een rupsachtig uiterlijk en maken pulserende bewegingen. Het lijken sprekend twee rupsjes. Elke rupsenetende vogel trapt erin en de platwormen bereiken hun gewenste bestemming.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 1 april 2016)