Asbij is laat
Mijn tuintje is een natuurgebiedje op kabouterformaat. Er schuimt soms een marter rond en er vloog eens een zeearend over, maar het meeste leven is veel kleiner. Vlinders, bijen, wespen, kevers, wantsen; er zijn altijd nieuwe (en vertrouwde) kostgangers te ontdekken.
De pinksterbloemen lokken oranjetipjes, en ook pinksterbloemlangsprietmotten zijn zoals elk jaar van de partij. Een muurwesp komt eropaf, een signaalwespbij snort tussen de pinksterbloemen. Die bloeien laat dit jaar, het is al na Pinksteren!
Ook de asbij is laat. April is doorgaans de piektijd van asbijen, hoewel de vrouwtjes tot in mei pieken. De bij neemt plaats op het gras. Met haar glanzende achterlijf, haar grijze bontstola behaard borststuk en witte gezichtsbeharing vind ik haar een statige verschijning. Ik (her)ken al die bijen niet uit mijn hoofd, maar met de website wildebijen.nl erbij durf ik haar als een asbij te determineren.
Asbijen zijn zandbijen en graven dus holen. Zowel qua gedrag als uiterlijk lijken ze op grijze zandbijen. Beide soorten nestelen in droge, zandige en zonnige plekken, in bosranden, stuifzanden, open plekken op de hei, tot midden op zandpaden toe, en ook in tuinen zijn ze te vinden. We hadden ooit een kolonie zandbijen in de zandbak, de kinderen speelden er onbekommerd naast.
Zandbijen verzamelen stuifmeel en vullen daar broedkamertjes mee in hun soms decimeters diepe gangen. De larven overwinteren in dat hol en komen in de lente bovengronds. Grijze zandbijen eten alleen wilgenstuifmeel, asbijen hebben een bredere smaak. Asbijen lusten ook boterbloemen, sleedoorn- en andere bloesems, koolzaad en paardenbloemen. Of pinksterbloemen op hun menu staan, weet ik niet.
In mijn tuin zijn wel wat kale plekjes, maar niet veel. Ik denk niet dat ze er nestelen. Doen ze het toch, dan laten ze hun holen open, als ze stuifmeel halen. Grijze zandbijen maken ze telkens dicht.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 26 mei 2021)