De kemphaan en de visdief
Bij Groningen ligt een weidegebied, dat vanwege zijn functie als waterberging als natuurgebied beheerd wordt. Daardoor is het gevrijwaard van ontwatering, kunstmest, drijfmest, vergif, maai- en andere machines. Er roepen grutto’s, er zingen veldleeuweriken, er baltsen zelfs watersnippen en, nóg bijzonderder, er stappen elke zomer één of twee kemphennetjes rond met kuikens.
Ik wandel er soms over een dijk langs het gebied. Behalve veel weidevogels en watervogels zie ik kraaien, buizerds, kiekendieven en ooievaars. Ook vossen komen hier voor.
In het vochtige, afwisselende grasland lopen grutto-, kievit- en tureluurkuikens. Ik zie ze niet, er zijn zoveel graspollen waartussen ze zich kunnen verstoppen. Wel zie ik hun ouders. En ik zie twee visdiefjes, die slanke meeuwachtige sterns. Ze zitten op wat een nest lijkt. Maar visdiefjes maken meestal geen echt nest. Misschien is het alleen een prettige zitplaats.
Lang blijven de visdiefjes er niet zitten. Een kemphaan stormt met opgezette, zwarte kraag woest op ze af en jaagt de diefjes de lucht in. Is die kemphaan zo onverdraagzaam? “Waarschijnlijk was dat inderdaad een aanval, maar het kan ook dat ie met ze baltste”, zegt kemphaankenner Yvonne Verkuil van de Rijksuniversiteit Groningen. “Kemphanen broeden vrijwel niet meer bij ons, maar als ze op trek naar Rusland neerstrijken, baltsen de haantjes wel. Die zijn dan zo hitsig, dat ze zelfs een steen proberen te versieren. Ze paren soms ook met elkaar, want de vrouwtjes zijn pas bereid als ze in hun broedgebied zijn.”
Alleen in Rusland en Wit-Rusland gaan kemphanen niet achteruit. Zodra landen zich aansluiten bij het Europese Landbouwbeleid, keldert de kemphanenstand. Dat enkele hennetje dat zich in Groningen laat dekken, verstopt zich om eieren te leggen. Haar man bemoeit zich er niet mee, die denkt maar aan één ding, waarvoor hij zich desnoods tot twee visdiefjes richt.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 21 mei ’21)