Zwaluwen aan huis
Het Griekse eiland Corfu is rijk aan zwaluwen en gierzwaluwen, we zien er zes soorten. Rond ons appartementje gonst en kwettert het van de huis-, boeren- en roodstuitzwaluwen. De laatste broeden bij de buren in het portiek. Zwaluwen worden door mensen gewaardeerd, ze brengen geluk. Maar ze brengen ook poep en als we een keer een schoonmaakster met emmer en bezem zien, blijken de zwaluwen te zijn weggevaagd.
Iedere avond strijken ze neer op het braakliggende veldje. De drie soorten in de avondzon. Ze wroeten in de grond, er kleeft aarde aan hun snavels. Waarschijnlijk kruipen er ontpopte nachtvlinders of kevers uit de bodem.
Veel kevers en vlinders zijn er trouwens niet. Wel worden de omringende moestuinen af en toe doordrenkt met vloeistoffen uit een op de rug gedragen tank, waaraan een slang zit met een spuitkop. Het is vast geen onschuldig water. Insecten zijn er weinig. Vogels ook, hoewel het balts-, broed- en trektijd is. Alleen zwaluwen zijn er (nog?) veel.
Die roodstuitzwaluwen lijken op boerenzwaluwen, maar hebben een rossige stuit en een rossige nek. Boerenzwaluwen zijn van boven geheel donker. Beide soorten broeden in gemetselde nesten onder portieken, beide zitten graag op telefoondraden. Roodstuitzwaluwen nestelen vaker in bijvoorbeeld grotten en wat minder in menselijke gebouwen dan boerenzwaluwen. En ze leven in warmere streken, zoals Griekenland. Al dwalen er iedere lente wel een paar naar West-Europa. Van de week zat er nog een op Texel.
Roodstuitzwaluwen zag ik voor het eerst in de ruïnes van Efeze, Turkije, waar ik na sluitingstijd was bljven hangen. In het verlaten amfitheater fladderden ze met hun allen paniekerig rond een kerkuil. Ondergaande zon erachter, zelden zoiets moois gezien.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 21 mei 2015)