Zomerse zwartkop in de winter
Vier appels hebben de stormen getrotseerd en hangen in hun ontbladerde boom. Twee ervan zijn stevig aangepikt door vogels. De andere twee schurken tegen elkaar aan, aan een twijgje dat zelfs voor een merel te wiebelig is. Toch zie ik er een vogel opzitten. Een kleine vogel. Hij pikt. Is het een mus? Een mees?
Door de kijker zie ik een vogel met een slank postuur en een dunne snavel. Eerder een mees dan een mus. Maar zijn kleur is juist mussig. Behalve zijn gitzwarte pet. Het is een zwartkopje.
In de zomer woont er een zwartkop in de bosjes in mijn tuin. Hij zingt zijn lied en scharrelt door de appelboom op zoek naar rupsen. In de winter wordt een zwartkop in zuidelijker streken verwacht. Zwartkopjes trekken weg. Volgens de boeken overwinteren ze rond het westelijke deel van de Middellandse Zee. Maar een groeiend aantal heeft ontdekt dat ze niet zover hoeven te reizen, dat het tegenwoordig ook goed overwinteren is in Engeland. Hoewel sommige kolenboeren en oliebaronnen nog ontkennen dat het klimaat verandert, weten zwartkoppen wel beter. De laatste jaren blijven er zelfs een paar in Nederland. Dat scheelt hen een gevaarlijke en uitputtende vliegreis en geeft hun de kans eind maart als eerste een territorium te kiezen.
Zwartkoppen broeden in bossen, parken en de betere tuinen. Ze nestelen op of vlak boven de grond in dichte vegetatie. Ik vermoed dat de stadse broedvogels vooral nieuwkomers zijn uit de bossen, die nog niet doorhebben dat het onmogelijk is op de grond wekenlang uit het zicht van de tientallen buurtkatten te blijven.
Zwartkopjes zijn insecteneters, maar stellen zich in de winter tevreden met zaden en appels.
(Natuurdagboek dinsdag 8 dec. 2015)