Zeevogels sterven massaal aan vogelgriep
Op Schiermonnikoog vind ik een dode grote jager en vier dode Jan-van-Genten: grote witte beesten met een dolksnavel van twaalf centimeter. De vogels zijn vast gestorven aan vogelgriep. In een rapport door Kees Camphuysen van het instituut voor zeeonderzoek NIOZ lees ik dat vogelgriep afgelopen lente voor massasterfte onder die zeevogels zorgde.
Grote jagers leven in noordelijke wateren, onder meer bij de Schotse Shetland-eilanden. Het zijn grote roofmeeuwen. Ze deinzen er niet voor terug om de nog grotere Jan-van-Genten aan te vallen en hun vis af te snavelen.
Camphuysen was op het afgelegen Shetland-eilandje Foula, waar de grootste broedkolonie grote jagers ter wereld is. Of was. Het eiland leefde eind jaren zeventig van de bonxies, zoals de vogels in Schotland heten, met meer dan drieduizend territoria. In 2015 waren dat er ruim achttienhonderd. Die achteruitgang kwam wellicht door het ineenstorten van de visstand. De roofmeeuwen stapten qua dieet over van de aan zeevogels ontfutselde vis op de zeevogels zelf. Birdlife International schat hun wereldwijde aantal op 16 tot 17 duizend paar.
In vogeltijdschrift De Scharrelaar schrijft Camphuysen een ontluisterend verslag. Het zo fraaie Foula leeft niet langer, maar sterft van de grote jagers. Dagenlang telt de onderzoeker dode en stervende vogels. Sommige rollen dood van de eieren. Andere sterven bij hun hongerige kuiken. Een bruine soep van dode jagers klotst tegen de klippen op. Hij telt 1400 sterfgevallen van vogelgriep onder de bonxies van Foula.
Het virus, bijna twintig jaar geleden ontsnapt uit pluimveefokkerijen, trof eerst alleen eenden en ganzen. Nu zijn blijkbaar ook zeevogels de klos, en er zijn ook zoogdieren besmet, waaronder mensen.
Het is de eerste dode grote jager die ik op Schier vind. Het zal ook wel de laatste zijn, want met die sterfte blijven er niet veel over om dood te gaan en aan te spoelen.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 17 november ’22)