Winterbloeier
Hun volste bloei is allang achter de rug, maar paardenbloem, scherpe boterbloem, duizendblad, witte en paarse dovenetel, mosterd, kaasjeskruid, komkommerkruid, bijenbrood, oranje havikskruid, harig knopkruid, bezemkruiskruid, robertskruid, dagkoekoeksbloem, zomerfijnstraal, herderstasje en vele andere bloeien door tot de nachtvorst met ze afrekent. En die laat op zich wachten.
Dat de nachtvorst op zich laat wachten komt doordat we met ons allen de atmosfeer verwarmen. Daarmee verwoesten we onze leefomgeving en hoe alarmerend dat ook is, lang niet alle veranderingen in de natuur zijn aan klimaatveranderingen te wijten. Het is verleidelijk om late bloemen als angstaanjagend gevolg van onze tomeloze vervuiling te zien. Maar sommige soorten bloeien (ook) ’s winters. Ik krijg iedere winter verbaasde mailtjes met de melding van bloeiende madeliefjes. Wel, die kunnen sinds mensenheugenis het hele jaar bloeien.
Madeliefjes gedijen in gras op voedselrijke, niet te droge grond. Tot zover niets bijzonders, maar madeliefjes hebben ook een paar malle voorkeuren. Ze bloeien dus ook ’s winters, en ze bloeien graag in gemaaid, begraasd en belopen gras. Op mijn eerste grasveldje, een gazon van een bij twee meter in de binnenstad van Groningen, knipte ik zorgvuldig om de madeliefjes heen. Toch verdwenen ze. Toen kon ik het hele veldje knippen en zie: daar keerden de madeliefjes terug!
Omdat ik mij tegen bezoekers verheugd uitte over de wederkeer van de madeliefjes, kreeg ik op een verjaardag madelieven cadeau, van de bloemenmarkt, met grote volle bloemen en roze lintbloemen. Ik bedankte hartelijk voor de attentie, maar vond ze heimelijk lang zo mooi niet als de bescheiden wilde madeliefjes. Dit waren gekweekte bloemen, ongetwijfeld behandeld met pesticiden en voorzien van kunstmest. Ik zette ze plichtsgetrouw in de tuin, waar ze lang voor de eerste nachtvorst al wegkwijnden.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 16 november ’22)