Wachten op de das
Henk Strietman stuurde mij de foto. Ik ken Henk van twee reizen naar Spitsbergen, die ik met Trouwlezers maakte, en sindsdien gaan we weleens samen op stap. Ik heb in Nederland nog maar één keer dassen in het wild gezien, hoewel ik vaak genoeg op strategische plekken heb gewacht tot het aardedonker was.
Maar ja, een das laat zich niet bestellen. Hoewel, als ik Henks verslagje las… Iedere avond tussen half tien en kwart voor tien kwam de das uit een bosje, om een weiland over te steken. Henk nam er bijna elke avond een kijkje.
Ik had iets te doen in de buurt, dus op naar Henk en zijn das. Nu bieden in het verleden behaalde resultaten geen garantie voor de toekomst. Maar dat hoort erbij, dat maakt het zelfs spannend: zien we hem of zien we hem niet? Meestal niet, maar altijd laat zich wel iets zien: reeën, uilen, houtsnippen…
Tijdens een fraaie zonsondergang die lijsters aan het zingen bracht volgden we een weggetje tussen een bosrand links en boerderijen rechts. Algauw week het bos ook links voor weiland. Bij de sloot achter de houtwal hoorden we geritsel. We reikhalsden even maar zagen niets en liepen gauw door naar de plek waar Henk de das zag. Die plek bereikten we honderd meter verder, bij een zijweggetje naar een moderne veehouderij links. We hielden kijkers en camera’s paraat. Voor ons lag het door de das over te steken weiland, daar linksachter het bosje waaruit het dier zou verschijnen.
We wachtten tot kwart voor tien. Niets. Toen bewoog er links iets. Een dier hobbelde met hoge snelheid het schemerige weiland op, richting het bosje, waar het in verdween. Ik dacht even: wat was dat? Geen haas. Een marter? ‘Dat was ’m!’ zei Henk, ‘de das!’
De das kwam uit het weiland waar we het geritsel hadden gehoord. We stonden met onze rug naar hem gekeerd. Op de terugweg inspecteerden we de ritselplek en daar was de slootoever omgewoeld. Maar hé, we hebben hem gezien!
(Natuurdagboek Trouw, maandag 15 juli ’24)