Vroege zang(lijster)

Vóór kerst zong er al een zanglijster. In Oldehove hoorde en zag Meindert Poelstra er één zingen naast de hervormde kerk. Of lijsters kerkelijk zijn, is onbekend, maar ze zingen vaak in kerktuinen. Oldehove ligt in Noordwest-Groningen, dus in zuidelijker delen van het land zullen ook wel zanglijsters gezongen hebben. Zanglijsters zijn op de zandgronden algemener dan op de Grunneger klei en zeker in de winter zijn er in Groningen doorgaans minder. Ze brengen de winter liever door in de Drenthse bossen dan op de kale akkers.
Zanglijsters zijn bijna even groot als merels, maar ze zijn niet zwart. Ze zijn grijsbruin van boven en roomwit van onder, met een gespikkelde strook aan beide zijden. Daar schemert soms wat geel doorheen.
De Oldehoofse zanglijster is er vroeg bij, maar met twee maanden dus ook weer niet zo extreem vroeg. Stel dat er nu al een nachtegaal uit Afrika arriveerde en het op een zingen zou zetten, dat zou pas vroeg zijn! Dat is nog nooit gebeurd. Maar toch, elk jaar als de lijsters beginnen, meestal in februari, melden verraste vogelluisteraars zingende nachtegalen. Zanglijsters zingen vaak nog als het bijna donker is en hebben net als nachtegalen een breed repertoire.
Deze winter is er voor zover ik weet nog geen nachtegaal gemeld. Mocht u een nachtegaal horen, bedenk dan dat het vrijwel zeker een zanglijster is. Luister dan eens goed. Hoe afwisselend en chaotisch de lijsterzang ook is, vrijwel altijd herhaalt de zingende vogel zijn strofen een keer of drie, vier.
Maar niet ieder luid, chaotisch vogellied hoeft van een lijster te zijn. Hoort u ratelende passages, dan zingt er waarschijnlijk een winterkoninkje.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 30 dec. 2014)