Vroege bloeier, paars en doof

Er zijn plantensoorten die de hele winter bloeiend aangetroffen kunnen worden, zoals madeliefjes. Er zijn herfstige doorbloeiers, zoals knoopkruid, en er zijn vroege voorjaarsbloeiers, zoals kleine veldkers.
In de moderne, door het klimaat veranderde kwakkelwinters wordt de overgang van late herfst naar vroege lente diffuus. Veel planten bloeien de hele winter door, zoals paardenbloem, boterbloem, koekoeksbloem, herderstasje en klein kruiskruid. Ze bloeien weliswaar niet massaal, maar er zijn altijd wel enkele bloemen te vinden.
Deze winter maakte de vorstige decemberweek echter een einde aan veel gebloei. Veel doorzetters onder de bloemen zijn in de knop gebroken en voor de ochtend van haar bloei vergaan, om Willem Kloos te citeren. Ik heb die ochtend trouwens altijd een stoplap gevonden, en zou ‘hun’ boven ‘haar bloei’ verkiezen. Kloos to nature.
Sinds de vorst breekt het klimaat weer het ene warmterecord na het andere, en de vroege voorjaarsbloemen komen op. Een plant die zich goed handhaaft in de door mensen verstoorde omgeving is de paarse dovenetel. Voor de klimaatverandering was dat een soort die in maart begon te bloeien en dat tot oktober volhield, maar nu is ie er vroeger bij.
De zaadjes van paarse dovenetel ontkiemen gemakkelijk, als de temperatuur boven nul blijft. De plantjes groeien en bloeien snel. Hun fraaie lipbloemen kleuren paars, en de bovenste blaadjes kleuren vaak een beetje mee, ze krijgen een bordeauxrode gloed.
Dovenetels missen de brandharen van brandnetels en heten daarom doof. Ik heb die naamgeving nooit begrepen. Misschien had de naamgever het idee dat doofheid minder prikkelbaar maakt.
Vroeger was de paarse dovenetel een akkerplant, die gedijde op geploegde grond. Zaadschoning heeft akkers ongeschikt gemaakt, maar geschoffelde (moes)tuinen, gemaaide bermen en belopen trottoirs zijn goede kiemplaatsen voor deze vroege bloeiers.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 4 januari ’23)
Eén gedachte over “ Vroege bloeier, paars en doof”
Doof heeft in dit geval niets met horen te maken hebben, maar met gevoel. Een mens kan ook een doof gevoel in bv zijn arm hebben, dus geen prikkels voelen. Is trouwens in het Duits hetzelfde: Taubnessel en ein taubes Gefühl. (Het Duitse “doof” betekent iets anders, nl raar, vreemd, gek.)
Reacties zijn gesloten.