Vreemde kostganger
Wandelend op het platteland van de Hoeksche Waard volgen we de rand van een tarweakker, die net geoogst is. De strohalmen zijn weerbarstig en lijken soms bijna door mijn zolen heen te prikken. Midden op het veld verrijst een hoogspanningsmast en aan de overkant van de akker staat een boerderij met een enorme, golfplaten schuur en daarnaast een woonhuis tussen hoge loofbomen.
Er klapwieken twee krakeenden uit een sloot, er hipt een witte kwikstaart, er zwermen kokmeeuwen over – de meeste al ruiend naar hun blekere winterkleed. We zien niet veel vogels, maar het is augustus, dus de najaarstrek is begonnen en dan kun je vreemde kostgangers tegenkomen.
Uit de bomen bij het huis vliegt een vogel naar de hoogspanningsmast op de akker en weer terug. Hij vliegt snel en repeteert onderwijl een schelle fluittoon. Dit is wel een heel vreemde kostganger! Wij bevinden ons dan ook in de Bijbelbelt en als iemand vreemde kostgangers kent, is het onze lieve heer wel!
Wat een raar beest, ik heb er nog nooit zo een gezien. Hij doet me denken aan het maskerduifje dat ik in Afrika zag en een beetje aan de parkieten in het Vondelpark. Hij heeft een lange staart, een ronde kop en witte schoudervlekken als maansikkels. Het zal wel een ontsnapte parkietensoort zijn. Hij ploft neer in de bomen in de verte en ik zie hem niet meer. Op de gok neem ik een zo sterk mogelijk ingezoomde foto. Thuis op de computer zie ik een wazig vogelkoppie in het lover. Grijs met een kuif en een oranje vlek onder het oog. Even zoeken op internet – het is een valkparkiet! Een vrouwtje of een jong, want een mannetje heeft een citroengele kop. Valkparkieten zijn trouwens geen parkieten, maar kaketoes uit Australië. Ze zijn populair als kooivogel. Op het Caraïbische eiland Puerto Rico is een populatie ontstaan uit ontsnapte valkparkieten.
(Natuurdagboek Trouw maandag 14 aug. 2017)