Vogelzang op Schiermonnikoog
Als ik op Schiermonnikoog door de duinen loop, las ik een lunchpauze in op een open plek tussen loofbos, gemengd bos en oud dennenbos. Het is een goede plek voor zangvogels.
Vinken, groenlingen, kool- en pimpelmezen, tjiftjaffen, zwartkopjes, heggemussen, merels, roodborstjes en winterkoningen zorgen voor een feestelijk gezang. Een opgewonden, gevarieerd gekwetter verraadt een vergaderplaats van een groep putters. Daar vliegen ze knutterend weg, hun lichte vleugelstrepen zijn zichtbaar, maar dat die eigeel zijn is niet te zien. Ook het vuurrood op hun gezicht blijft onzichtbaar. Hetzelfde geldt voor de rode blos op de voorhoofden van twee barmsijzen die overvliegen. Hun trillers verraden welke vogels ze zijn.
Hé, de van hoog naar laag wegstervende riedel van een fitis! De eerste die ik hoor dit jaar. Nog net in maart. Vrij laat voor een fitis, maar hij zingt dan ook op het noordelijkste stukje Nederland.
Dan hoor ik een vogelliedje met hoge, piepende klanken, afgewisseld door krassende geluiden. Grasmus krasmus, denk ik. Maar overtuigend vind ik het niet. Het lied komt uit de kruin van een den. Na een tijdje sluipen, spieden en speuren krijg ik één van de geelgroene daders in beeld: een sijs! Ach ja, die wintervogels broeden met een handjevol op Schier. Hun lied heb ik eerder gehoord, maar niet onthouden.
‘Tjik!’ roept een grote bonte specht, en weldra klinkt zijn roffel. Ik herinner me dat ik mijn eerste specht op Schier zag, in een herfst, eind jaren ’80. Toen broedden ze er niet. Nu wel, met meerdere koppels in de dennenbossen.
Nog meer geluiden verraden de aanwezigheid van vogels. Luid mauwend stijgt een baltsende buizerd fladderend op uit het bos. De sperwer die wat later passeert zwijgt. Maar uit het bos klinkt steeds een donker gekoer: ‘hoe hoe hoe’. Daar komen ze tevoorschijn: twee holenduiven. Ze zijn wat kleiner dan houtduiven en hebben geen witte strepen of halsvlekken. Ze nestelen in holle bomen en in konijnenholen.
Ik had de eerste zwaluwen verwacht, maar ook zonder hen is het één en al lente.
(Natuurdagboek Trouw maandag 3 april 2017)