Verhitte strandlopereieren

Drie zomers heb ik bioloog Jeroen Reneerkens opgezocht in Noordoost-Groenland, waar hij drieteenstrandlopers onderzoekt in hun broedgebied. Drieteenstrandlopers broeden er in de korte poolzomer hun vier eieren uit. Als die eieren gelegd zijn, duurt het drie weken voor ze uitkomen. Omdat de kuikens op de dag dat ze uit het ei breken al in de benen gaan, mogen ze niet te veel in leeftijd verschillen. Maar een drieteenstrandloper legt maar één ei per dag. Ze wacht tot alle eieren er zijn en begint dan pas met broeden. Het eerste ei moet dan drie dagen wachten. Daar kan het tegen, de ontwikkeling van het toekomstige kuiken begint pas als het bebroed wordt. De broedende oudervogels hebben dan een kale plek op hun buik, waarmee ze de eieren beter kunnen opwarmen. Ze stoken de boel op tot 39 graden. Vogels hebben een hogere lichaamstemperatuur dan mensen. Dat broeden doen moeder en vader afwisselend. Jeroen heeft piepkleine thermometertjes met een elektronische opslagruimte waaruit later de temperatuur van meerdere dagen is terug te lezen, zogenoemde thermologgers. Die hebben we tussen de eitjes gezet, om de nesttemperatuur te meten. Als er even geen vogel op het nest zit, keldert de temperatuur naar een graad of vier in de schaduw, al blijft het nest warmer in de zon, tot wel 28 graden rond de middag.
Nu worden sommige nesten niet door beide ouders bebroed, maar slechts door één. Dat kan zowel de vader zijn als de moeder. Uit die thermologgers blijkt dat drieteenstrandlopers hun nest best vaak even verlaten, al komt het ook regelmatig voor dat twee ouders elkaar pas na uren aflossen. Alleenstaande ouders zitten over het algemeen korter achterelkaar op de eieren. Ze gaan vaker even weg. Logisch, want een vogel alleen heeft geen invaller, maar moet toch wat eten soms. Dan laat hij het nest kort alleen. Per dag wordt het nest van zo’n alleenbroeder zowat tien procent minder tijd warm gehouden dan een nest met twee broeders. De vogels verlaten het nest vaker overdag dan ’s nachts. Overdag is het warmer, zeker op de zuidhelling van een berg waarop de vogels broeden. Dat scheelt weer wat, maar toch moeten de eieren net zo intensief bebroed worden om uit te komen. Een alleenbroeder moet zijn pauzes dus compenseren. Hij zal wel langer broeden, dachten we, geen drie weken maar bijvoorbeeld drie weken en twee dagen. Helaas lukte het niet van alleenbroeders de exacte broedduur vast te stellen. Maar de vogels bleken wel op een andere manier te compenseren…
Biologiestudente Kirsten Grond kwam helpen. Ze verwisselde sommige eitjes voor een metalen namaakeitje met een thermometer erin. Na drie kwartier broeden was zo’n namaakei zeker op temperatuur. Jeroen en zij vergeleken 21 nesten met twee ouders met 13 éénoudernesten. En wat bleek: de eieren met één ouder waren gemiddeld 1,4 graden warmer dan die met twee ouders. Dus zo compenseren alleenstaande drieteenstrandlopers hun pauzes: ze maken de eieren iets warmer. Dit alles is 9 februari gepubliceerd in PLoS ONE, een gratis online wetenschappelijk tijdschrift.