Verdeel en heersbeestjes

Lezer Jan van der Meer stuurde me een foto van lieveheersbeestjes in zijn huis. Ze hadden zich in de badkamer verzameld. Dat hoor ik de laatste najaren vaker: groepen lieveheersbeestjes in badkamers. Badkamers zijn vochtig en hebben vaak een open raam. Ze zijn ook vaak verwarmd en dat zal de heersbeestjes minder goed uitkomen. Warmte betekent algauw het ontwaken uit de wintersluimer en dan willen lieveheersbeestjes bladluizen eten.
Er zijn veel insecten die zich voor de winter in een beschut plekje verschuilen. Holle bomen, kapschuren, kelders en andere behuizingen zijn geschikt. Per abuis kiezen ze wel eens een ruimte die later verwarmd wordt. Dan kunnen de insecten geactiveerd worden en bij gebrek aan voedsel doodgaan. Dagpauwogen zijn notoire binnenhuis-overwinteraars. Ook steekmuggen wachten graag in een schuur of kelder dromerig de lente af. Sommige insecten, zoals randpootbladwantsen, zien de infrarode ‘kleur’ van warmte, die ze aantrekt. Mijn huis wordt weinig gebruikt als winterverblijf, want ik heb horren voor de ramen.
Lieveheersbeestjes zoeken ook overwinteringsplekjes tussen afgevallen bladeren, die u daarom het best niet al te fanatiek kunt wegharken. De lieveheersbeestjes die badkamers de voorkeur geven, zijn veelkleurige Aziatische lieveheersbeestjes. Die heten veelkleurig omdat ze variëren van bijna helemaal oranje tot bijna helemaal zwart.
In de jaren ’90 werden ze als biologische bestrijders uit Azië naar Nederland gehaald om in kassen bladluizen op te ruimen. Uiteraard ontsnapten ze en nu zijn ze onze algemeenste lieveheersbeestjes. Ze zouden inheemse soorten zelfs verdringen en ondanks hun naam zijn ze geen heilige boontjes, want ze kunnen bijten. Verdeel en heersbeestjes.
Enfin, buitenlanders wordt altijd van alles verweten, maar we hebben ze toch echt zelf hierheen gehaald. Ik zou ze lekker laten zitten. Over een tijdje vertrekken ze weer.
(Natuurdagboek Trouw maandag 7 november ’22)