
Bijna iedere dag krijg ik lezersvragen. Domme vragen krijg ik nooit, vragen stellen is per definitie slim. Maar een heel enkele vraag is wel eens wat… ehm… enfin, oordeelt u zelf: ‘Ik woon in de binnenstad van Amsterdam, maar laatst was ik op het platteland. Daar hoorde ik een vogel. Welke vogel was dat?’
Weet u het?
Deze week kreeg ik twee grappige vragen. Eerst kwam deze: ‘Ik zie elke dag duizenden blaadjes uit de bomen dwarrelen, maar heb nooit een blaadje zien losraken. Jij wel?’
Ik kan me niet herinneren ooit een blad te hebben zien losraken, maar ik lette er ook niet echt op. Vallende blaadjes vallen pas op als ze vallen en dan is het loslaten al gebeurd. Als je een tak met herfstblad flink schudt, kun je blaadjes zien loslaten.
De andere vraag luidde: ‘Is het bekend waarom een spin altijd met zijn kop naar beneden in zijn web hangt en waarom een mug altijd met zijn kop naar boven op een muur zit?’
Niet alle spinnen hangen op hun kop. Kruisspinnen wel. Dat doen ze omdat ze aan hun web vastzitten met hun zelfgesponnen draden. Die komen uit kliertjes in hun kont. Als ze zich in nood aan een draadje moeten laten vallen, hoeven ze zich niet eerst om te draaien.
Muggen zijn minder verwant aan spinnen dan mensen aan potvissen. Je zou je ook kunnen afvragen waarom een mens niet net als een potvis drie kilometer duikt om inktvissen te vangen, of waarom een potvis geen kranten leest.
Er is geen reden te bedenken waarom een mug op haar kop zou zitten, al zou u op uw hoofd gaan staan.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 14 nov. 2014)