Tjiftjaf in de tuin

Zondag hoorde ik een tjiftjaf in de tuin. Hij herhaalde minutenlang zijn naam. In april en mei was het getjiftjaf niet van de lucht. De ene na de andere tjiftjaf zweeg en nu begint een enkeling weer. Die is op trek naar het zuiden. Tjiftjaffen zijn kleine, bruingroene vogeltjes. Ze scharrelen door boomkruinen en struikgewas, liefst dicht struikgewas als braam, waarin even boven de grond nestelen. Net als fitissen zijn ze zeer algemeen. Fitissen lijken heel erg op tjiftjaffen. Ze hebben lichtere poten dan tjiftjaffen en jonge fitissen zijn geliger, maar het grootste verschil is toch hun zang. Fitissen riedelen een melodieus deuntje dat hoog begint en de toonladder afdaalt om dan ijl weg te sterven. Sommige fitissen begonnen na een pauze ook weer te zingen. Dat waren eveneens trekkers. Fitissen trekken in augustus al massaal weg en zijn nu al grotendeels afgereisd. Ze overwinteren ook veel verder weg dan tjiftjaffen: fitissen steken de Sahara over, tjiftjaffen blijven rond de Middellandse Zee. Fitiisen die nu in Nederland zijn, komen waarschijnlijk uit noordelijker en oostelijker streken en zijn op doorreis.
Al zijn tjiftjaffen nog zo talrijk, ook in tuinen, je vindt niet gauw een tjiftjafnest. Afgelopen juni vond Gertjan Wismeier een nest in zijn tuin. Terwijl hij met zijn vrouw Marcella in die tuin zat te lunchen, vlogen de jongen uit. Hij zag ze gevoerd worden en wist ze te fotograferen. ‘Het is voor ons een mooie beloning voor de tuin die we zo diervriendelijk mogelijk gemaakt hebben’, schreef hij bij de foto. Hopelijk wisten de jonge tjiftjaffen uit de klauwen van huiskatten te blijven.