Stormvogels met vervaarlijke neus

Op de boot van Schotland naar Jan Mayen en Spitsbergen worden we vergezeld door Noordse stormvogels. Andere vogels houden dat minder lang vol, al deden drieteenmeeuwen hun best. Noordse stormvogels hangen dagenlang achter en om de boot. Ze zweven vlak boven water achter de boot, uit de wind. Dan zwenken ze na een minieme beweging van een vleugel razendsnel omhoog en opzij, om tegen de plotselinge wind in even soepel het schip voorbij te zweven, vlakbij.
Ze lijken op meeuwen, ze hebben grijze puntvleugels en zijn verder wit, op een donkere oogkas na. Hun snavel ziet er grillig uit. Achter de kromme snavelpunt zit er een buisje op. Dat is hun neus. Noordse stormvogels hebben een geprononceerd reukorgaan. Daarmee ruiken ze etenswaar. Een in zijn eigen olie drijvend walvissenkadaver dat we passeren, ziet wit van de stormvogels.
Die neus is ook hun wapen. Ze kunnen hem vervaarlijk snuiten en spuiten dan maagolie op hun belager. Als dat een jager is, een roofmeeuw, heeft ie een probleem. Stormvogelmaagolie is even funest voor vogelveren als stookolie. Noordse stormvogels kunnen jagers prooien afhandig maken, een strategie die jagers juist zelf op meeuwen loslaten. In een groep zijn Noordse stormvogels zelfs een grote jager de baas.
En Noordse stormvogels zijn er veel. De vorige eeuw hebben ze zich enorm uitgebreid. Ze koloniseerden de Noord-Atlantische kusten. Toch beginnen ze pas op gevorderde leeftijd met broeden en dan leggen ze één ei. Hun vooruitgang is waarschijnlijk te danken aan de visserij. De vogels ontdekten de bijvangst.
Sinds in veel zee de vis op is, vissen daar geen vissers meer. Noordse stormvogels vullen hun maag nu met ongezonde kost als plastic afval.