Er hangt een spin voor mijn raam. Spinnen spinnen wel vaker hun web voor een raam. Zouden ze net als insecten op licht afkomen? Of zouden ze weten dat ze bij het licht in een hinderlaag moeten liggen, omdat insecten daarop afkomen?

Ik denk dat ze overal hun webben weven, waar maar ruimte is. In de herfst, als de nieuwe generaties meedoen, kun je op bedauwde morgens de struiken zien glinsteren van de webben. Elk begroeide paadje wordt versperd door webben. Zelfs het gras is bedekt met een sluier van spinrag. Er is voor een insect geen doorkomen aan. Licht of donker, spinnen weven hun webben overal.

Dankzij de twee stormachtige winden, de regen en de nachtvorst is het aantal buitenspinnen drastisch verminderd. Het aantal insecten trouwens ook. Maar sommige spinnen zijn standvastig. Of hangvastig. De hangplek voor mijn raam is van een – hoe toepasselijk, gezien het seizoen – herfstspin. Deze spin weeft een opener, rommeliger web dan een kruisspin. Ze hangt in het midden, met gestrekte voorpoten. Meestal zijn die beestjes dikker. Deze moet nodig eten.

Behalve van herfstspinnen is dit de tijd van cadeautjes. Mannen geven vaker een cadeautje aan een vrouw dan vrouwen aan een man. Bossen bloemen, sieraden, drankjes, etentjes. Bij dieren is dat ook zo. Je zou haast denken dat er wat achterzit. Niet dat mannen nou zo goed zijn in cadeaus uitzoeken. Van een vrouwelijke kennis hoorde ik dat ze haar eigen sint-cadeau koopt, waarbij haar man dan een gedichtje schrijft. Herfstspinmannen proberen een in het web van de vrouw gevangen insect te pakken. Vervolgens bieden ze haar de vangst uit eigen web aan, in ruil waarvoor ze… enfin je weet wel.

(Natuurdagboek Trouw maandag 30 nov. 2015)