Met schutkleur blijven vogels broeden
Drie zomers struinde ik met trekvogelonderzoeker Jeroen Reneerkens over de toendra van Noord-Groenland. Bij nesten van drieteenstrandlopers plaatsten we antennes, die opvingen wie van de geringde oudervogels op het nest zat. Drieteenstrandlopers zaten soms urenlang te broeden, voordat hun partner hen afloste. Sommige hielden het een half etmaal vol.
Hoe vogelpaartjes hun broedtijd verdelen, verschilt sterk tussen en ook binnen soorten. Dat blijkt uit onderzoek naar 729 vogelpaartjes op 91 plekken, van Friese grutto’s tot ‘onze’ Groenlandse drieteenstrandlopers. Martin Bulla, promovendus aan het Max Planck Instituut voor Ornithologie in Seewiesen, Duitsland, kreeg de gegevens over die vogels van tientallen onderzoekers, onder wie Reneerkens. Het onderzoek leverde een artikel op in het prestigieuze wetenschappelijke tijdschrift Nature, met 75 co-auteurs.
Alle onderzochte vogels zijn op de grond broedende steltlopers. Zelfs in die vogelgroep zijn de verschillen groot. Sommige vogels wisselden elkaar elk uur af, andere eens in de twintig uur, en een enkel individu speelde het klaar om vijftig uur non-stop te broeden . Slechts 22 procent van de paartjes hield er een dag-nacht-ritme op na, hoewel iedere vogel een interne 24-uursritmiek heeft. Als je broedt kun je geen voedsel zoeken, dus de onderzoekers veronderstelden dat lege of volle magen de broedritmiek zouden sturen. Omdat kleine vogels en vogels in een koude omgeving hun voedsel sneller verbranden, dachten ze dat die elkaar vaker zouden aflossen dan grote vogels in warmere omgevingen. Maar ze vonden dat verband niet.
Wel ontdekten ze dat vogelsoorten met een schutkeur lang blijven zitten en opvallende vogels elkaar vaker afwisselen; scholeksters bijvoorbeeld. Drieteenstrandlopers zijn zittenblijvers. Een prima tactiek. Wij ontdekten in Groenland pas een nest, als de vogel het verliet. Maar ook zonder roofdieren in de buurt wisselen drietenen en ander gecamoufleerde vogelsoorten minder vaak de wacht. Of de hoeveelheid roofdieren de broedritmiek beïnvloedt, is dus nog onbekend.
(Natuurdagboek Trouw maandag 12 dec. 2016)