Pretpark Natuur
Het nieuwe natuurbeleid van staatssecretaris Dijksma lijkt een verademing na het afbraakbeleid van Bleker, maar voor opluchting is het te vroeg. Of te laat. Nu er na een eeuw van mechanisering en asfaltering geen of vrijwel geen boomkikker, kuifleeuwerik, grutto, korhoen, hondshaai, rog, wouwaapje, zilveren maan, glimworm, velduil, klapekster, duinpieper, ortolaan, griel, vuurbuikpad, sleutelbloem, orchidee, rivierprik over is, zegt Dijksma dat het niet om een plant- of diersoort meer of minder gaat. Het gaat haar om ‘robuuste’ natuur waarin gerecreërd wordt. Gratis toegang, gratis parkeerterreinen, ’s lands natuur wordt gedegradeerd tot decor voor onze uitstapjes. Zaterdag naar de V&D en de meubelboulevard, zondag de natuur in. Die natuur moet ‘tegen een stootje kunnen’, tegen vertrapping, verstoring en vervuiling. Kwetsbare soorten gaan eraan, maar dat geeft niks, het gaat niet om een soort meer of minder, het gaat om het grote geheel. De recreanten maakt het niks uit of er knoflookpadden zijn, die zien ze toch niet. Ze zien gefokte en uitgezette Hooglanders of andere grote grazers en voelen zich op safari. Liever nog zouden ze naar Beekse Bergen of de Efteling gaan, maar die heffen entree en veel ook. De laatste snippers beschermde natuur worden opengesteld en voorzien van parkeerterreinen, toegangswegen, fiets-, wandel- en ruiterpaden, picknickbanken en voorlichtingspanelen met plaatjes van wat er vroeger leefde. Het natuurbudget moet ergens aan besteed worden. Natuur wordt een gratis pretpark.
Laten we hetzelfde doen met musea. Dat je als bezoeker gratis het Rijks in mag. De suppoosten blijven net als boswachters op kantoor. Ontdeugende bezoekers zullen snorren tekenen op de Nachtwacht en andere schilderijen, maar dat geeft niet, kunst moet tegen een stootje kunnen. Wat een verademing!
(Natuurdagboek Trouw 9 juli 2013)
Eén gedachte over “ Pretpark Natuur”
Reacties zijn gesloten.