Platgeslagen kantmos

In de Christelijke Jeugdbond voor Natuurstudie ging rond 1980 een anekdote rond, die afkomstig was van de heidense concurrent: de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. De twee verschillen tussen deze natuurclubs waren dat de christenen op zaterdagen actief waren en de heidenen op zondag. En dat de christenen op kampjes voor het eten een korte stilte afkondigden, voor wie geen hap door zijn keel kreeg zonder een kort rendez-vous met hogere kringen.
Beide verenigingen keken met enig dedain op elkaar neer en het moest wel een sterke anekdote zijn, wilde die de grens doorbreken. En dat was het ook, sterker nog: dat is het. Want nog steeds wordt gewoon kantmos vaak genoemd naar zijn uiterlijk. De blaadjes ervan deden mossenkenner Huib de Miranda denken aan geplette mijtertjes. De Miranda was één van de auteurs van de mossentabel die in 1944 verscheen. Daarin staat Lophocolea bidentata niet te boek als gewoon kantmos, maar als platgeslagen sinterklaasmutsjesmos.
En onder die naam leeft het mos voort, al zes jaar langer dan zijn in 2007 overleden naamgever. In diens sterfjaar won platgeslagen sinterklaasmutsjesmos de wedstrijd ‘wie heeft de leukste plantennaam’ van het arboretum in het Vlaamse Kalmthout.
De ‘blaadjes’ van het mos lijken ook echt op een mijter, zoals een schoolkind die tekent. Van opzij, met de twee punten. De blaadjes zijn plat, er zou geen hoofdje van een kabouterbisschop in passen. Alsof de mijter op zijn zijkant platgeslagen is.
Platgeslagen sinterklaasmutsjesmos is algemeen op vochtige plaatsen. Het mos hoort bij de bebladerde levermossen, een mossengroep met meestal drie rijen blaadjes. Die blaadjes zijn nerfloos en dun. Sinterklaasmutsjesmos heeft wel heel platte blaadjes. Ze zijn maar één cel dik.
(Natuurdagboek Trouw 5 dec. 2013)