Picknickende kever
Sapkevers worden ze wel genoemd, de torretjes van het geslacht Glischrochilus. Ze leven van hars en andere sappen uit bomen. Maar hun smaak is veel gevarieerder, vooral kevertjes van de soort Glischrochilus quadrisignatus hebben een brede smaak. Die neigen naar een voorkeur voor zeldzaam lekkere sappen als limonade en bier. In het Engels worden ze daarom beer beetles genoemd, bierkevers, en in het Nederlands picknickkevers.
Het zijn namen die niets te raden overlaten, maar die een tikkeltje denigrerend zijn. De eerste keer dat ik zo’n sapkever zag, zat ie in mijn tijdens het kamperen bereid mengsel van groenten en mais. Ik dacht dat het een lieveheersbeestje was, daar bestaan ovale soorten van, maar het was dus een picknickkever die wellicht het feestmaal van zijn leven dacht te vinden. Ik kampeerde niet op een camping, maar ver van bier en picknicks aan de rand van een bos. De kever op de foto kwam ik kilometers van het bos tegen, op het Waterstaatpad op Schiermonnikoog, ook ver van de picknickers op het badstrand.
Beide ontmoetingen met zo’n bierkever vond ik leuk. Maar op internet lees ik dat ze in wolken van duizenden kevertjes een barbecue of ander feestje behoorlijk kunnen vergallen. Ze storten zich dan op de feestvierders, althans op hun bier, wijn, fruit, salades en ander lekkers, vooral als er vloeibare bestanddelen te vinden zijn, waar ze nogal eens in blijken te verdrinken.
In de lente leggen ze hun eitjes, die worstvormig zijn, wellicht afgekeken van de barbecues die ze bezochten. Ze zijn wit als miereneieren en na een week komen er sapkeverlarven uit van zes millimeter lengte. Die larven verpoppen zich na een week of drie, waarin ze zoveel mogelijk rottende plantensappen of lekkend boomvocht oplebberen, in een glanzend sapkevertje van een halve centimeter lengte: glanzend zwart met vier oranje, rode of gele stippen, twee op ieder schildje.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 28 aug. 2018)