Onbevreesde strandlopers

Onbevreesde strandlopers

Drieteenstrandloper te Katwijk, © K. Dijksterhuis

We wandelen over het strand van Katwijk naar Noordwijk en terug. Beide wijken zijn gescheiden door vijf kilometer strand, de monding van de Oude Rijn en een portie wederzijds wantrouwen. Bij Katwijk en bij Noordwijk wandelen mensen op het strand, sommigen met hond. In Katwijk wandelt een vrouw met twaalf kleine honden van allerlei rassen. In Noordwijk wandelt een vrouw met acht kleine honden van hetzelfde ras: Spaniël. Halverwege beent een langeafstandswandelaar op leeftijd, rolt een gele vrachtwagen voorbij en galopperen twee ruiters. Wandelaars met honden zijn er nauwelijks en daar voelen drieteenstrandlopers zich wel bij. Ze peuteren vleesrestjes uit losgeslagen mesheften en kijken niet eens op als we op twee meter afstand passeren. Als we stilstaan, kijken ze wel op. We lopen dus door. We zien een stuk of vijftig drietenen. Een slechtvalk nadert uit zee als een breed gebouwd, maar gestroomlijnd projectiel. De valk kruist het strand en verdwijnt over de duinen. De strandlopers zwermen niet op. Zouden ze aan de valk zien dat hij op pad is en niet op jacht? Of beseffen ze dat een slechtvalk zijn eten het liefst vliegend uit de lucht mept, en blijven ze zitten waar ze zitten? Deze vogels lijken geen gevaar te duchten, ze scharrelen onbekommerd tussen zwarte kraaien, zilvermeeuwen en grote mantelmeeuwen door. Die ene poetst steeds met een poot over een pluk veren, die uit model staat en die wappert in de zachte noordenbries. Een vervelend gevoel. Een andere drieteen worstelt met poot en snavel met een schelp, als een golf over de schelp en zijn poten rolt en de vogel van schrik een sprongetje maakt en dan wegsnort.

DELEN
Reacties zijn gesloten.