Niet-lieveheersbeestjes

De lieveheersbeestjes kruipen uit hun holen! Dat lieveheersbeestjes niet altijd lief zijn, merkte Hans Dorrestijn eens, toen hij op een zwoele avond door de velden fietste en moest gapen. Een lieveheersbeest vloog hem tegemoet. En lieveheersbeestjes gaan hard! Met een kruissnelheid van dertig kilometer per uur zijn ze anderhalf keer zo snel als een stevig doorpeddelende Dorrestijn. En op topsnelheid halen lieveheersbeestjes zestig per uur.
De gestippelde kevertjes zijn hoogvliegers. Ze halen ruim een kilometer hoogte. Dat hebben Britse onderzoekers gemeten. Ze publiceerder er vorig jaar over in Plos One.
Iedereen weet dat lieveheersbeestjes nietsontziende killers zijn, moordmachines die zich een weg vreten door kolonies bladluizen. Daar vinden we ze niet minder lief om. Bladluizen zijn we liever kwijt.
Maar sinds Aziatische lieveheersbeestjes ons land onder de voet vliegen en onze eigen lieveheersbeestjes verdringen, begint het onverwoestbaar lieve imago van de kevertjes te tanen. Die Aziaten schijnen nog te kunnen bijten ook, zijn groter, anders gekleurd en talrijker – ze overwinteren rustig met hun dertigen op een kluit op uw zolder.
Nee, onze lieveheersbeestjes zijn liever, die rotzakken uit Azië motten we hier niet. Eigen heersbeestjes eerst!
We hebben die exoten overigens zelf binnengehaald voor de tuinbouw, om bladluizen te laten massamoorden. Maar ja, in de kassen gaat wel eens een raam of deur open. De lieveheersbeestjes ontsnapten, gingen heen en vermenigvuldigden zich. Dat deden ze sneller dan de inheemse heerbeestjes, omdat ze geen last hadden van inheemse parasieten.
Die parasieten: mijten, aaltjes en vooral schimmels, wagen zich intussen wel aan de Aziatische nieuwkomers. Dat is ontdekt door de Wageningse onderzoekster Lidwien Raak. Aziatische lieveheersbeestjes krijgen we niet meer weg, maar veel problemen zullen ze vast niet meer maken.
(Natuurdagboek Trouw maandag 16 maart 2015)