Niet-bijtende spinnen

Gelukkig kunnen spinnen niet bijten. Dat wil zeggen: ons niet. Een huisspin – die grote zwarte die op harige poten door de kamer rent – bijt niet, de dunne trilspinnen – die het plafond en de wanden met rommelig rag behangen – bijten niet, en de dikke ronde kruisspin in haar web voor het raam bijt al evenmin. Gelukkig maar, want verder bijten ze van alles. Spinnen zijn niet kieskeurig. Trilspinnen moeten in huis maar afwachten wat ze te eten krijgen. Soms vergrijpen ze zich dan maar aan een soortgenoot, het eigen nageslacht desnoods.
De harige huispinnen vertrouwen op hun trechtervormige web onder een stoel of kast. ’s Nachts willen ze ook nog wel ‘ns een bliksemaanval op een passerende prooi uitvoeren. Dat kan een paringsbelust mannetje zijn.
Kruisspinnen hangen geduldig in hun ovale wielweb. Ze spinnen zo’n web tussen extra sterke spindraden. Willen ze verkassen, dan eten ze hun web eerst op. Maar zolang het naar tevredenheid is, hangen ze er met hun kop naar beneden in en reageren ze alert op iedere beweging. Ze hangen vaak op strategische plekken, waar veel insecten vliegen. Niet plat op het gras of diep in een struik, maar voor het raam of boven het tuinpad. Zodat je er met je snufferd inloopt op weg naar de fietsenschuur. Kruisspinnen spuiten prooien in met verteringssap maar voor hun mond hebben mensen een te dikke huid.
Er zijn veel vliegende insecten; ik heb kruisspinnen betrapt op het doden, inspinnen en leegzuigen van huisvliegen, zweefvliegen, gaasvliegen, bijen, wantsen, lieveheersbeestjes, langpootmuggen, vlinders, waterjuffers en libellen. Ik heb ook wel eens een steekmug in een web zien hangen, maar voor vlinders en juffers met hun grote vleugels zijn die webben veel gevaarlijker.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 8 sept. 2016)
2 gedachten over “Niet-bijtende spinnen”
Ja, heel soms lukt het een mens zich door een huis- of kruisspin een ietsepietsje te laten bijten.
Ik heb nieuws voor je. Ooit trok ik op een frisse dag mijn jas aan en pakte vervolgens een sjaal van de kapstok. Toen ik die wilde omslaan, voelde ik een irritante pijnprik in mijn handpalm. Onwillekeurig liet ik de sjaal los en opende mijn hand, en keek vervolgens tegen een grote dikke zwarte huisspin aan. Meneer of mevrouw had zich blijkbaar in de sjaal genesteld en was door mijn hand in het gedrang gekomen; en had me gebeten. Een keer schudden was voldoende om het dier af te werpen, en de schade was niet meer dan een rood puntje dat na een korte tijd van lichte jeuk verdween. Maar een huisspin kan dus van zich af bijten; ook naar een mens.
Reacties zijn gesloten.