Muurwesp in de heg
In mijn tuin staat tussen een met klimop en klimroos begroeid muurtje en een hortensia één ligusterstruik. Hoe die daar komt weet ik niet, maar hij is al twee meter hoog. Op een blaadje ervan neemt een wesp plaats. Het is geen gewone limonadewesp, hij ziet er heel anders uit: kleiner en met minder gele strepen. Het is een muurwesp, een wesp die in een gat in de muur zijn (of liever haar) nestje maakt. Het mag ook een gat in een boom of paal zijn.
Een nestje klinkt genoeglijk, maar is dat niet voor iedereen. De muurwesp steekt een rups, sjort die het muurgaatje in, legt er een ei op en metselt het holletje dicht. De wespenlarve heeft aan de rups een voedzame maaltijd. Vooral rupsen van nachtvlinders zijn de klos.
Er zijn in Nederland dertien soorten muurwespen, waarvan zeven zeldzaam. Ze nestelen in bijvoorbeeld steengroeven, maar ook in tuinen, zoals de mijne. Want waar zijn meer muren te vinden dan in tuinen? Voor een broedsuccesje moeten er ook rupsen zijn, dus een beetje natuurlijke tuin is een aanbeveling. Ik heb een vrij wilde tuin en ik hoef maar even rond te neuzen, of ik vind weer een soort wesp, bij, zweefvlieg of ander insect dat ik er nog niet eerder vond. Ik vind dat heel leuk en kan het iedereen aanraden. Ook zonder die bijen en andere insecten op te snorren, is het vredige gezoem en gefladder zo’n klein genoegen dat het leven opvrolijkt. Waarom zou u het zichzelf ontnemen door uw tuin te bestraten of, erger nog, met vergif te bespuiten?
Limonadewespen kunnen lastig zijn, maar zo’n muurwesp bezorgt geen enkele hinder.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 22 juli 2016)