Mezen in de kast

Mezen in de kast

Koolmees bij nestkast. Foto Janneke Vreugdenhil
Koolmees bij nestkast. Foto Janneke Vreugdenhil

In vogeltijdschrift Limosa lees ik over een onderzoek naar in nestkasten slapende koolmezen. Toevallig zag ik afgelopen winter in de avondschemer een koolmees is een nestkast glippen. Nestkasten zijn bedoeld voor nesten, maar worden evenzeer gebruikt als schuilplaats voor de nacht.

Gedurende zeven winters keken de biologen N.F.A.M. ten Horn en J.M. Tinbergen elke maand in de tientallen mezenkasten in het bos Berchmanianum bij Nijmegen. Bijna een kwart van de kasten bleek in gebruik als slaapplaats en in totaal telden de onderzoekers 665 overnachtende koolmezen.
De koolmezen zitten meestal diagonaal in de kast. Daarbij vertonen ze een duidelijke voorkeur voor posities waarin ze met hun kop zo ver mogelijk van het vlieggat afzitten. Toch zitten ze ook vrij vaak met hun kop in één van beide hoeken onder het vlieggat.

De diagonale positie der mezen kan simpelweg te maken hebben met de vrij krappe ruimte in de kast. Hoewel er in de lente toch ook een heel mezenbroedsel in past en er wel eens meerdere overnachtende vogels in één kast worden aangetroffen. Wel zo warm. Ik heb eens gehoord van negentig winterkoninkjes in één kast. Maar misschien is dat een broodje aap. Daarbij zijn winterkoninkjes geen mezen. Koolmezen zijn een stuk groter dan winterkoninkjes.

De bedreiging door boommarters is wellicht de oorzaak van hun voorkeur voor de hoeken zover mogelijk van het gat af. Boommarters hengelen met hun klauwen nogal eens mezen uit kasten. Maar de mezen die in een hoek onder het gat slapen, trotseren dan blijkbaar die marterdreiging. Misschien dat tijdens de nachten dat de mezen die hoeken kozen, de wind de kast binnenwoei, en ze daar beschutter zaten.

(Natuurdagboek Trouw donderdag 9 april 2015)

DELEN
Reacties zijn gesloten.