Merels en appels
De appeloogst aan mijn appelboompje is veel groter dan vorig jaar. Ik heb mijn vingers uit hun kom geschild voor appelmoes, appelkruimel en hete bliksem. Daarbij zijn het lekkere handappels. Er hangen nog enkele diehards in de boom, waaronder grote, glanzende exemplaren.
Net als ik hebben de merels een voorkeur voor de mooiste appels. Er zaten wekenlang meerdere merels in de boom. Vorig jaar hingen er begin december lege schillen. Die waren uitgehold; merels hadden ze leeggepikt. Dit jaar raap of pluk ik veel appels waar één of twee hapjes uitgenomen zijn. In de overdaad kunnen de merels nu eens hier, dan weer daar pikken.
Ik heb drie keer een (steeds ander) jongetje over de vloer gehad, dat na vertrek een lege fruitschaal achterliet. Verspreid door het huis lagen appels, met steeds één hapje eruit. Merels zijn net jongetjes.
De paar appels die nog hangen, hangen onbereikbaar hoog aan dunne twijgen. Zelfs de merels kunnen er niet bij. Ze vallen nu terug op gevallen appels. Ik raap die trouwens wel op, maar snijd aangepikte, bruine en rotte stukken eraf. Die gooi ik weer op het gras. Eerst haalden de merels daar hun snavel voor op. Nu lijken ze juist een voorkeur voor rotte appels te hebben.
Er zitten ook spreeuwen, mezen, mussen en vinken in mijn tuin, kauwen, duiven, roodborstjes en heggemussen, maar niemand van hen is zo gek op appels als de merels. Koperwieken en kramsvogels lusten ook graag appel, dat zijn net als merels leden van de lijsterfamilie. Maar koperwieken en kramsvogels komen bijna nooit in mijn tuin. En mijn zanglijster is vertrokken. Die komt pas in februari weer. Ik zal een appeltje voor zijn dorst bewaren.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 4 dec. 2015)